Noorden teleurgesteld over plannen voor toekomst chipindustrie: 'We kregen de opdracht: denk groot'
Noord-Nederland had de komende vijf jaar meer dan 16.000 afgestudeerde techniekstudenten moeten leveren, maar die plannen lijken nu toch niet te gaan lukken. Het geld om dit te realiseren moest komen uit het Beethoven-plan van het Rijk, maar er is toch minder geld beschikbaar dan gepland.
‘Er is ons een paar maanden geleden vanuit de overheid gevraagd om met een voorstel te komen in het kader van het Beethovenproject. De boodschap: denk groot’, vertelt Joost Frenken, decaan van de faculteit Science and Engineering van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG).
Project wordt regiobreed
Die boodschap heeft hij samen met de rest van de betrokkenen ter harte genomen. Het project werd uitgebreid vanuit de universiteit naar de rest van de regio. Jaarlijks zouden er 3.200 studenten worden afgeleverd op mbo-, hbo- en universitair niveau. Een samenwerking in de regio stond hierin centraal.
Om te zorgen dat studenten in de goede sector terechtkomen, was ook al contact gelegd met de noordelijke bedrijven. ‘Een mooi breed project waar zowel de kennisinstellingen in zitten als aan de andere kant het bedrijfsleven.’ De kennis die hier uiteindelijk uit voortkomt zou ook ASML ten goede komen, aldus Frenken.
Bijkomstig voordeel: ook de regio kon meeprofiteren. ‘Niet iedereen gaat naar ASML: de rest van het talent zou kunnen werken in het Noorden. Dat is voor allebei een goede situatie.’
Maar klein deel beschikbaar voor het Noorden
Maar nu is er roet in het eten gekomen. Uiteindelijk heeft de RUG een voorstel gedaan van 265 miljoen euro tot 2030. ‘Dat is wel meer dan er voor ons beschikbaar was, maar er werd ook tegen ons gezegd: denk groot. We wisten niet hoeveel er wel voor ons beschikbaar was’, vertelt Frenken.
‘Als je alles netjes door vier deelt, was er 112,5 miljoen per regio. Daar zitten we nu dus flink onder.' Want uiteindelijk krijgt dit project 7 procent van het totaal. Dat komt neer op ongeveer 30 miljoen euro van de beschikbare 450. 'En we snappen dat er in Eindhoven misschien meer opleidingen zijn, maar geef ons dan 20 procent bij wijze van en Eindhoven 30. Dat snap ik nog.’
Toch mogelijkheden voor toekomst
Met een minder groot bedrag dan voorheen voorzien, kan het plan volgens de decaan nog wel doorgaan, maar dan wel op veel minder grote schaal. ‘Als wij straks een klein bedrag krijgen, gaan we daar natuurlijk braaf mee aan de slag.'
En daarom is hij teleurgesteld in het besluit van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. ‘We zijn teleurgesteld op twee manieren. Ten eerste natuurlijk omdat wij hadden gerekend op meer werk, met name op de samenwerking in de regio. Ten tweede zijn we op landelijke schaal teleurgesteld. Want je ziet dat drie regio’s relatief weinig krijgen en eentje relatief veel.’
Brief naar Tweede Kamer
De verdeling is overigens nog niet helemaal definitief. Het voorstel moet nog door de Tweede Kamer. Daarom stuurt de RUG een brief aan de Tweede Kamer met als boodschap: denk goed na over dit voorstel en verdeel het geld verstandig.
In het huidige voorstel krijgt Eindhoven 63 procent van het geld. ‘Op deze manier zadel je de Brainport-regio (regio Eindhoven, red.) op met een onuitvoerbare opgave’, legt Frenken uit. ‘Er is daar bijvoorbeeld niet de capaciteit om alle studenten te huisvesten.’
Potentie in het Noorden misgelopen
Daarnaast is het volgens hem ook zonde van de potentie in het Noorden, maar ook van Twente en Delft. ‘Zonde van de mensen die wij opleiden. Wij hebben ook studenten die bij ASML kunnen werken en dat wel willen. Maar nu zijn die kansen er minder.’
Wat de precieze reden is voor deze verdeling, is nog niet duidelijk. Het ministerie was niet beschikbaar voor een toelichting.
Gissen naar het waarom
Frenken kan wel raden naar de reden. ‘Ze denken dat de studenten hier dan niet gemotiveerd zullen zijn om daar te gaan werken. De enige manier is dan nog om de mensen bij wijze van om de hoek op te leiden.’
Daarnaast hebben ze volgens de decaan gekeken naar het verleden, naar de mensen die bij bedrijven zoals ASML aan het werk gegaan zijn. ‘En dan zie je dat die inderdaad voornamelijk afkomstig zijn vanuit de buurt, dus vanuit bijvoorbeeld Eindhoven. Maar wij hebben in het verleden nooit moeite gedaan om mensen vanuit hier daarheen te sturen en andersom ook niet. Dat kan wel veranderen.’
Zelf geeft hij in ieder geval niet op tot alles definitief is. ‘Ik ben altijd positief. Zolang het niet definitief is, hebben we de kans om er nog iets aan te veranderen. Daar ben ik nu druk mee bezig.’