Gezondheidseconoom: 'Verband niet aangetoond, hoge zorgkosten rond industrie wel zorgelijk'
Ja, het is reden tot zorg. Dat zegt gezondheidseconoom Jochen Mierau van de Rijksuniversiteit Groningen over het onderzoek van RTL Nieuws waaruit blijkt dat omwonenden van onder meer het chemiepark in Delfzijl hogere zorgkosten maken dan gemiddeld.
Ook mensen in de omgeving van magnesiumfabriek Nedmag maken hoge zorgkosten. In beide regio’s zijn de kosten voor doktersbezoek en medicijnen zelfs hoger dan rondom Tata Steel in Velsen-Noord. Van die omgeving is vastgesteld dat mensen 2,5 maand korter leven door de uitstoot van fabrieken.
Gezondheidseconoom Mierau: ‘We hebben de invloed van blootstelling aan industriële productie onvoldoende op de radar. We zijn veel bezig met de arbeidsomstandigheden binnen het productieproces, maar het effect op de omgeving kennen we niet. Ondertussen zijn er steeds meer signalen die reden geven tot zorg.’
Maar: verband is nog niet aangetoond
Toch heeft Mierau ook een belangrijke kanttekening. De relatief hoge zorgkosten die omwonenden van zware industrie maken kunnen ook te maken hebben met hun sociaaleconomische status. ‘We hebben een aantal jaren geleden met dezelfde data onderzoek gedaan en toen gezien dat de armste postcodegebieden zo’n 200 euro hogere zorgkosten hadden dan gemiddeld. Rondom het chemiepark Delfzijl ligt ook een betrekkelijk arm gebied. Het is dus lastig vast te stellen of de verschillen toe te wijzen zijn aan het chemiepark of aan armoede.’
Daarbij kan alles ook nog met elkaar samenhangen, vertelt Mierau. ‘De wijken die naast een chemiepark ontstaan zijn meestal geen villawijken. Zowel de industrie als de armere bewoners vestigen zich daar omdat de grond goedkoop is.’
Lees verder onder de foto
'Onderzoek is noodzakelijk'
De Groningse gezondheidseconoom vindt wel dat tot op de bodem uitgezocht moet worden wat de oorzaak is van de hoge zorgkosten van omwonenden. ‘Dit is zeker wel aanleiding om te onderzoeken of de aanwezigheid van fabrieken de oorzaak is.’ Daar zijn volgens Mierau allerlei mogelijkheden voor.
De meest ideale onderzoeksmethode is ondenkbaar. ‘Dat is een experimentele setting waarbij je een fabriek neerzet en na tien jaar kijkt wat er gebeurt. Dat kan niet.' Wat wel kan, zegt Mierau, is kijken naar het ziektebeeld van mensen.
Als iemand niet graag naar buiten gaat omdat de fabriek stinkt, dan leeft hij daardoor ook ongezonder
De gezondheidseconoom, die tevens wetenschappelijk directeur is van bevolkingsonderzoek Lifelines, denkt dat Lifelines hier ook een rol in kan spelen. Lifelines heeft een databank met medische gegevens van tienduizenden Noorderlingen. ‘Je kan kijken of je daar een hogere ziektelast ziet en dan onderzoeken of ze aandoeningen hebben die redelijkerwijs te relateren zijn aan het type uitstoot. Stel dat bekend is dat een bepaalde stof die ergens wordt uitgestoten een bepaald type kanker veroorzaakt, dan zou je daarop moeten zoeken.’ Mierau vergelijkt het met de allereerste onderzoeken naar schadelijke effecten van roken. ‘Toen is ook gekeken: zien we nou iets in de longen terug dat je aan sigaretten kan relateren.’
Allerlei typen onderzoek
Hij oppert daarnaast allerlei andere onderzoeken. ‘Je kan terugkijken in de tijd. Zijn mensen die er langer wonen zieker dan mensen die er kort wonen. Je kan grondwateronderzoek doen. Maar bijvoorbeeld ook onderzoek naar hoeveel mensen bewegen. Als iemand niet graag naar buiten gaat omdat de fabriek stinkt, dan leeft hij daardoor ook ongezonder.’