Nederlands leren en aan het werk: zo regelt deze gemeente zelf asielopvang
Geen groot azc, maar asielopvang in kleine groepen op allemaal verschillende, kleine opvanglocaties in de gemeente. Met veel aandacht voor het leren van de taal en waar een groot deel van de asielzoekers al een baan heeft. Het klinkt haast te mooi om waar te zijn, maar de gemeente Meijerijstad heeft het zo geregeld. En dat trekt inmiddels landelijk de aandacht. “Als je mensen als gasten behandelt, gaan ze zich ook als gasten gedragen”, zegt burgemeester Kees van Rooij.
Op verschillende plekken in Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel worden asielzoekers, statushouders en Oekraïners opgevangen. Dat gebeurt in kantoren, oude gemeentehuizen en een vakantiepark. De grootste locatie heeft plek voor maximaal 150 asielzoekers. Voor het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is dat te klein. Maar het is juist de kleinschaligheid waar de gemeente Meierijstad in gelooft.
“Het idee om het zelf te doen ontstond vanuit de opvang voor Oekraïners. Dat deden we al zelf”, vertelt burgemeester Kees van Rooij. “80 procent van de asielzoekers krijgt een verblijfsstatus, blijkt uit de statistieken. Als dat zo is, moeten we mensen vanaf dag één opvangen alsof het onze nieuwe inwoners zijn en dus meteen beginnen met inburgeren. Niet pas als mensen een status krijgen.”
Een van de opvanglocaties is het voormalige gemeentekantoor aan de Markt in Schijndel. Hier wonen 120 asielzoekers. Atiq Rasekh is de locatiemanager. “We leren ze vanaf het begin Nederlands. We stimuleren om vrijwilligerswerk ergens in Schijndel te gaan doen of te gaan werken. We halen ze bijna letterlijk uit hun kamer om mee te doen.”
Wat volgens Rasekh vooral goed werkt, is de kleinschaligheid. “Zo kennen wij alle bewoners en de bewoners kennen elkaar. We leren ze hier vanaf het begin om een goede buurman te zijn. Er zijn bijna geen incidenten.”
Rasekh geeft een rondleiding door het gebouw en klopt aan bij de kamer van Reza Iman en Mahshid Imani. Het stel uit Iran woont met drie kinderen in één kamer. “Dit is onze slaapkamer, keuken en woonkamer”, zegt Mahshid. “We zijn blij nu in een veilig land te zijn en dat we hier mee kunnen doen in de maatschappij. We leren de taal en de cultuur.” Reza werk in de catering van de opvang.
In de opvang woont ook de 21-jarige Abdul Rahman uit Irak. Hij vluchtte vanuit dat land naar Oekraïne. Toen daar de oorlog begon, vertrok hij naar Nederland. Hij woont nu elf maanden in de opvang in Schijndel. Ook hij heeft werk. “Ik werk bij PostNL, ik doe mijn eigen ding. Het is een soort van normaal leven”, zegt Abdul.
Hij en Reza zijn niet de enige die een baan hebben. “40 procent van de nieuwkomers werkt”, zegt burgemeester Kees van Rooij. Asielzoekers mogen na zes maanden in de asielprocedure werken. Landelijk werkt volgens het COA zo’n 4 procent. Het is volgens de burgemeester een voorbeeld dat de Meierijstadse aanpak werkt.
Steeds meer gemeenten in Nederland kijken nu naar hoe Meierijstad de opvang aanpakt. “Ja, de telefoon gaat regelmatig”, zegt de Van Rooij. “Maar het kost wel energie, tijd en mankracht. Je moet het zelf organiseren. Daar schrikken gemeenten nog wel van terug. Toch doen we het graag zelf. Wij zijn dan verantwoordelijk en als iets niet goed gaat, kunnen mensen ons als gemeente er op aanspreken.”