Dit is een nieuwsbericht van
RTV Utrecht

Nazaten KNIL-militairen schrijven boek over de guerrilla op Timor in 1942: 'Zij wilden niet buigen'

Na een razendsnelle verovering van Nederlands-Indië door het Japanse leger werd op 9 maart 1942 de onvoorwaardelijke overgave getekend. Hoewel onvoorwaardelijk... Op het eiland Timor boden honderden Nederlanders van het Koninklijk Nederlands-Indië Leger, samen met Australische militairen moedig weerstand. Onder geïmproviseerde en benarde omstandigheden wisten zij het de Japanners maandenlang knap lastig te maken. Over deze bijzondere, maar onbekende geschiedenis is nu het boek 'Zij wilden niet buigen' verschenen. Met daarin nog nooit gepubliceerde verhalen opgetekend door nazaten van deze KNIL-guerrillastrijders.

Leo Bloemhard en Ineke Bakker zijn twee van die nazaten. Hun vaders waren KNIL-veteranen en kwamen in verzet op het eiland Timor. Na de Japanse invasie van Nederlands-Indië in 1942 heeft het KNIL op het eiland Timor nog gedurende tien maanden standgehouden. Op het grondgebied van deze kolonie van zowel Nederland en Portugal werd een verbeten guerrilla gevoerd door zo'n 350 militairen van het KNIL en zo'n vijfhonderd Australische militairen tegen het Japanse invasieleger.

Een radio in elkaar gezet

In eerste instantie hadden de geallieerde strijdkrachten geen idee van de strijd. Pas toen de Nederlandse en Australische militairen in mei 1942 een radio in elkaar hadden gezet konden ze contact maken met de andere geallieerden. Het leverde versterking, in de vorm van wapens en munitie, van buitenaf op. Er kwam zelfs een Australische oorlogscorrespondent langs om verslag te doen.

Ze hebben barre tochten doorstaan met vele voetwonden, malaria en weinig eten

Ineke Bakker, dochter van een KNIL-militair

Hun verzet en strijd heeft het Japanse leger verliezen toegebracht en de opbouw van de Japanse oostflank verstoord. Meer dan tienduizend Japanse militairen konden door de guerrilla nergens anders worden ingezet. Bovendien was het voor de Japanners niet mogelijk om Timor te gebruiken als uitvalsbasis om Australië aan te vallen. De Timorstrijders hebben zich als één van de weinige strijdgroepen in Nederlands-Indië niet overgegeven aan de Japanse bezetter en hun moed en doorzettingsvermogen vormden een inspiratie voor anderen.

Wreedheid tegen lokale bevolking

Het was afzien voor de guerrillastrijders, vertelt Ineke. "Mijn vader is de bergen ingevlucht toen de Japanners binnenvielen. Dat is een barre tocht geweest met veel voetwonden, malaria en het was een uitdaging om zelf voor eten te zorgen. Mijn vader vertelde dat er een keer een klein hert werd geschoten. Hij had de opleiding tot slager gehad dus hij kon het hert uitbenen totdat het eetbaar was. Uiteindelijk konden ze een radio in elkaar knutselen en zo contact leggen met Australië. Vanaf dat moment kwam er bevoorrading."

Haar vader heeft heftige dingen gezien. Ineke vertelt over een keer dat hij in een plaatsje terecht kwam die door de Japanners werd bezet. "Hij liep over een markt waar Japanners liepen en ook een aantal Timorese vrouwen. De Japanners wilden wat van ze kopen maar de vrouwen wilden hun geld niet. Toen bonden de Japanners hun handen achter op de rug en werden de vrouwen opgehangen aan bomen. Mijn vader zag toen de wreedheid ten opzichte van de lokale bevolking."

Japanners flink vertragen

De vader van Leo was wat meer terughoudend in het vertellen van details maar heeft net zulke verschrikkelijke dingen meegemaakt. Leo: "Hij heeft gezien hoe Japanners mensen hebben vermoord. Ze hebben enorme ontberingen doorstaan."

Het is niet voor niets geweest. De militairen bliezen bruggen op en voerden verrassingsaanvallen uit op de Japanners. Met een paar honderd man streden ze tegen zo'n vijfduizend Japanners, vertelt Leo. "Later hebben ze nog twaalfduizend mensen naar Timor gestuurd omdat ze de guerrilla's maar niet te pakken konden krijgen. Het lukte de militairen om de Japanners flink te vertragen.

Deze eerste uitgebreide Nederlandse publicatie over de guerrilla van het KNIL op Timor in 1942 is samengesteld door de jonge historicus Robbert van Leeuwen en het project team Verzet Timor 1942, waaronder een aantal nazaten van deze KNIL-guerrillastrijders. Voor dit boek is intensief onderzoek gedaan in vele historische bronnen uit zowel Nederland en Australië, alsmede privé archieven, waaronder brieven, dagboeken, krantenartikelen en persoonlijke verhalen. Het meer dan 470 pagina’s tellende boek bevat ook vele unieke foto’s en illustraties en een namenlijst van alle betrokken KNIL strijders. Naast Nederlanders (Totoks) vochten ook Indo’s, Molukse en inheemse soldaten mee.

Deel artikel: