Herdenking Februaristaking verzetsman Jan Brasser: 'Onvermoeibare alleskunner'
Bij de herdenking van de Februaristaking morgen in Zaandam wordt stilgestaan bij het bijzondere leven van verzetsman Jan Brasser (1908-1991) uit Krommenie. Hij was één van de leiders van de Februaristaking in 1941 bij zijn werkgever Hoogovens, waar duizenden het werk neerlegden. Lees hieronder zijn verhaal.
Brasser had de ochtend van 25 februari 1941 in zijn woonplaats Krommenie van werknemers van de verffabriek Verblifa gehoord dat er in Amsterdam gestaakt werd uit protest tegen de razzia's. Daarmee wist hij collega's bij de Hoogovens te overtuigen het werk neer te leggen.
Brasser werd Witte Ko genoemd. "Ko was een veelvoorkomende schuilnaam in het verzet. En omdat Brasser een witte kuif had, werd het Witte Ko," vertelt biograaf Filip Bloem die het boek De onvermoeibare Brasser schreef. Het boek is net uit en zoals de titel al zegt: Brasser was onvermoeibaar.
Tekst gaat verder onder foto.
Volgens Filip Bloem was Brasser zo actief in het verzet dat hij niet eens alle honderden activiteiten heeft kunnen achterhalen. "Het was onbegonnen werk. Een hyperactieve man. Hij hield zich bezig met verspreiding van illegaal drukwerk, vervalsing van bonnenkaarten, was betrokken bij talloze overvallen, aanslagen op spoorlijnen en ga zo maar door. Wat het verzet betreft was hij van alle markten thuis."
Hij heeft enorm veel geluk gehad en was de Duitsers steeds te slim af
En daarom is het een soort wonder dat Brasser de oorlog heeft overleefd, in tegenstelling tot vele verzetsvrienden zoals Hannie Schaft, Jan Bonekamp en Gerrit van der Veen. Met de laatste pleegde hij een mislukte overval op de gevangenis op de Weteringschans in Amsterdam om verzetsvrienden te bevrijden. "Hij heeft enorm veel geluk gehad en was de Duitsers steeds te slim af," zegt Bloem, "want hij was ook wel heel erg voorzichtig."
'Hoofd leegfietsen'
Brasser deed alles op de fiets. In de oorlog voor het verzet, maar ook na de oorlog. Bloem: "Op latere leeftijd kreeg hij steeds meer last van de oorlogtrauma's. Dan moest hij zijn hoofd leegfietsen. Ook had hij een stukje landje waar hij keihard tekeer gingen om de demonen te verjagen."
Brasser was een overtuigd communist en dat werd hem na de oorlog door menigeen kwalijk genomen. Ook daarom verloor hij zijn baan bij Hoogovens. Na de oorlog was hij er niet meer welkom. Bloem is ook de collectiebeheerder bij het Verzetsmuseum in Amsterdam en heeft een kleine tentoonstelling over Brasser ingericht. Onder andere met zijn pistool. Bloem spreekt zondag bij de herdenking van de Februaristaking in Zaandam.