Dit is een nieuwsbericht van
RTV Utrecht

Minder dierproeven in Utrecht door alternatieven als fietsbanden, organen op een chip en menselijke cellen

Door goede alternatieven zijn steeds minder dierproeven nodig.

Gebruik maken van overleden (huis)dieren, menselijke cellen printen of een orgaan op een chip zetten: het zijn allemaal methoden waardoor er minder dierproeven nodig zijn. Bij het UMC Utrecht en de Universiteit Utrecht is het aantal proeven op dieren sinds 2011 mede hierdoor gehalveerd.

Afgelopen jaar werden er nog ruim 19.000 dierproeven gedaan bij het UMC Utrecht en de Universiteit. Het merendeel van de proeven werd gedaan op muizen, maar ook ratten, kippen en runderen worden regelmatig gebruikt. Toch proberen de instellingen dit zo veel mogelijk te beperken. "Dieren zijn levende wezens met gevoel, die beschermenswaardig zijn. In principe zou je die niet willen gebruiken voor dit soort doeleinden."

ALTERNATIEVEN

Om te zorgen dat er geen dieren onnodig lijden houdt de Instantie voor Dierenwelzijn de Utrechtse instellingen goed in de gaten. Zo kijken zij bij een onderzoeksaanvraag met proefdieren altijd of er ook diervriendelijke alternatieven zijn. "Dat kunnen namaak-dieren zijn of zelfs fietsbanden, om op te leren hechten", legt Wim de Leeuw, het hoofd van de Instantie voor Dierenwelzijn uit. "Maar dat kunnen ook organen uit het slachthuis zijn of overleden huisdieren die gedoneerd zijn door hun baasje."

Daarnaast zijn er ook minder tastbare alternatieven. Zo wordt er ook onderzoek gedaan met 'organen op een chip'. "Hier bootsen we bijvoorbeeld een nier na", legt docent diergeneeskunde, Bart Spee uit. "Dan kun je kijken hoe medicijnen uiteindelijk in je urine uitgescheiden worden, zonder dat je daar proefdieren voor nodig hebt."

Er wordt onder meer gedaan met organen op een chip

TESTEN OP MENSEN

Sommige van deze alternatieve proeven werken zelfs beter dan dierproeven. "Het liefst zou je op mensen willen testen", legt De Leeuw uit. "Je ziet nog wel eens dat de resultaten van een dierproef niet overeenkomen met wat er echt gebeurt in een mens."

Daarom werkt Spee voor zijn onderzoek met een bio-printer. In dat apparaat zit geen inkt, maar menselijke cellen. "Zo kunnen we laagje voor laagje een orgaan nabootsen", vertelt de docent diergeneeskunde. "Medicijnen werken heel anders bij proefdieren dan bij mensen. Dus doordat we nu met menselijk materiaal werken zijn we eigenlijk veel nauwkeuriger bezig."

Ondanks dat er steeds meer en betere technieken zijn om dierproeven te vervangen, is het nog de vraag of dierproeven ooit zullen verdwijnen. "We werken heel hard om aanzienlijk minder dierproeven te doen, maar ik denk dat er voor hele nieuwe ziekten of ziekten bij dieren zelf toch proefdieren nodig zijn", vertelt De Leeuw. "Ook al is het maar heel weinig."

Er worden steeds meer alternatieven voor dierproeven gebruikt

Deel artikel: