Delftse uitvinding waarschuwt voor drugs in je drankje: 'Hiermee kun je aangifte doen'
Het is één van de meest gebruikte verkrachtingsdrugs: GHB. Het wordt in je drankje gestopt en voor je het weet ben je niet meer in staat helder na te denken. Toch blijft het moeilijk om te bewijzen dat je bent gedrogeerd, mede doordat de drug binnen drie uur weer uit je lichaam verdwijnt. Een groep studenten van de TU Delft hoopt daar met de ontwikkeling van een snelle sensor verandering in te brengen.
Naast het feit dat de drugs zo snel uit je lichaam verdwijnt, lijken de effecten van GHB erg op die van alcohol. Daardoor is het moeilijk om alleen op basis van symptomen onderscheid te maken tussen alcoholvergiftiging en drogering. Om deze twee redenen kan er bijna nooit concreet bewezen worden dat iemand daadwerkelijk gedrogeerd is.
Het doel van de studenten is om met hun project SPYKE een sensor te maken die de gebruiker in een glas kan doen. Op het moment dat er dan GHB in het drankje terecht komt, gaat er een waarschuwingslampje in hun glas aan. 'We hopen zo de gebruiker te beschermen tegen drogering en hen het bewijs te kunnen geven waarmee ze aangifte kunnen doen', vertelt teamlid Rebecca Jekel.
Crowdfunding nodig om sensor te ontwikkelen
Afgelopen week is het Delftse team begonnen met een crowdfundingactie om het onderzoek voort te zetten en hun sensor te ontwikkelen. 'De crowdfunding is nodig om specifieke onderdelen van de sensor te bekostigen, zodat we een zo goed mogelijk eindproduct op kunnen leveren. Alle beetjes helpen om de ontwikkeling van de sensor mogelijk te maken', aldus Rebecca.
Daarnaast werken de studenten samen met de politie, eigenaren van clubs en cafés, het Openbaar Ministerie, slachtoffers van drogering en gezondheidsinstellingen om een product te maken dat voldoet aan iedereen zijn eisen.
Het team vertegenwoordigt met dit project de TU Delft op de wereldwijde iGEM-wedstrijd in Parijs in oktober van dit jaar. iGEM is een internationale wedstrijd op het gebied van synthetische biologie, het vakgebied waarin micro-organismen, DNA of eiwitten worden aangepast en ingezet voor nieuwe toepassingen.
Voor de wedstrijd proberen ruim 350 teams van over de hele wereld een lokaal maatschappelijk probleem op te lossen. De teams worden op verschillende onderdelen beoordeeld, niet alleen het eindproduct, maar ook de presentatie, marktanalyse en website wegen mee.