Rokers hebben vrij spel in rookvrije zone van het Franciscus Gasthuis & Vlietland: 'Als iemand de oplossing weet, bel alsjeblieft!'
Het Franciscus Gasthuis & Vlietland in Rotterdam en Schiedam trekt aan de bel. Hardnekkige rokers - bezoekers én patiënten - negeren massaal de rookverboden. Bezoekers en patiënten moeten zich daardoor geregeld door een grijze wolken van sigarettenrook worstelen om bij de ingang naar de ziekenhuizen te komen. Beveiligers die er iets van zeggen kunnen rekenen op een grote mond of erger...agressie.
Op het wegdek van de toegangsweg van het Franciscus Gasthuis in Rotterdam is een metersgroot bord van een sigaret met een rode streep er doorheen geschilderd. En vlak bij de bezoekersingang staat ook een rookverbodsbord met de tekst: "U bevindt zich in een rookvrije zone." Maar in de praktijk is de ingang van het ziekenhuis helemaal niet rookvrij, op het terrein van het Franciscus Gasthuis & Vlietland in Rotterdam-Overschie hebben rokers vrij spel.
Marcel (54) uit Bleiswijk moet drie keer per maand naar het Franciscus om zijn nieren te laten controleren. En elke keer stoort hij zich aan de rokers bij de ingang. “Het is niet alleen bij de hoofdingang, het is ook in het parkje, naast de parkeergarage en op de bankjes. Dus het kan niet anders dan dat je daar doorheen moet. Er staan altijd mensen te roken terwijl het een rookvrije zone is. Daar stoor ik me behoorlijk aan. Want dan moet je door die rookwolken naar binnen. Ik merk het meteen aan mijn luchtwegen."
Al twee keer is hij naar de beveiliging gelopen om het roken te melden. "Dan zeggen ze: 'daar hebben we al vaker wat van gezegd en dan krijgen we een grote mond en lelijke woorden terug. Het heeft geen zin, want daarna roken ze weer verder'."
Het rookverbod wordt dus niet echt gehandhaafd. "Ik heb ook een klachtennummer gebeld van het ziekenhuis en daar vertelde een mevrouw mij dat ze al meerdere klachten over het roken had gehad. Ze zou alles weer opnieuw doorgeven. Ik vind dat als je een rookvrije zone hebt, dat je dat dan ook moet handhaven, anders moet je dat beleid niet voeren."
Infuus op wieltjes
Van handhaving van het rookverbod lijkt deze middag ook geen sprake. De ene na de andere roker steekt een sigaret op. Een vader en zoon zitten vlak bij de ingang in een geparkeerde auto te roken. De zoon zit op de passagiersstoel met de deur open, op de stoep staat zijn infuus op wieltjes. Ze weten allebei dat er een rookverbod is. "Maar", zegt de vader, “ik zit in mijn auto, daar mag ik toch roken? Mijn zoon kan ook niet helemaal naar de straat lopen met dat ding”, wijzend naar het infuus.
Ismael is wel de toegangsweg afgelopen om buiten het ziekenhuisterrein te roken. Op het trottoir van de Kleiweg rookt hij een sjekkie. "Kijk, roken is slecht voor de gezondheid. Ik rook al veertig jaar, maar ik val er andere mensen niet mee lastig. Ook met mijn kinderen: als ik rook, dan lopen ze tien meter voor me of achter me."
Voor de ingang van het ziekenhuis geeft een jonge vrouw haar kindje aan haar man. Die gaan achter het glas van de parkeergarage staan terwijl de moeder er buiten één opsteekt, met de lege kinderwagen naast zich. “Dat grote verbodsbord bij de ingang?", vraagt ze. "Die is mij nooit opgevallen, nee echt niet!”
'Stom hè?'
Ank is een kleine vrouw op leeftijd die vlak bij de ingang een plekje zoekt om te zitten en even te paffen. “Ik had in het begin geen erg in het verbod, want ik zag allemaal mensen roken. Dus ik dacht, 'O, dan neem ik ook een sigaret'."
Ze weet nu wel dat er een rookverbod is en ook dat mensen er last van kunnen hebben, maar ze rookt toch. “Ja, stom he? Maar ik zie ze allemaal roken hier, kijk maar: die rookt en die ook", zegt Ank, wijzend naar andere mensen met een sigaret. "En er liggen hier ook peuken op de vuilnisbak. Maar ik kan mijn peuk er niet ingooien, want dan staat dat ding in brand."
Marcel weet niet wat hij kan doen om de ingang vrij van rook te maken. Omdat het rookverbod niet wordt gehandhaafd, heeft hij wel eerder een keer zelf het initiatief genomen.
“Ik heb zelf die rokers ook aangesproken. Dan krijg je flinke ruzie. Je voelt je daar niet prettig bij en er worden je ziektes toegewenst. Heel lelijke woorden hoor je dan, die wil ik nu niet in mijn mond nemen. Het netste wat gezegd wordt, is dat je asociaal bent. Dus ik moet rekening houden met hen en niet omgedraaid. Ik heb ze ook junks genoemd omdat ze een verslaving hebben. Dat liep helemaal uit de hand. Toen kwamen ze zelfs op me af en ben ik maar vertrokken.”
Grote kopzorg
Marjolein Tasche, voorzitter van de Raad van Bestuur van het Franciscus Gasthuis & Vlietland, is blij met de aandacht voor het niet-functionerende rookverbod. "Dit is echt onze dagelijkse irritatie en een grote kopzorg. Handhaven is heel moeilijk, onze beveiligers lopen rondes."
Tasche ergert zich naar eigen zeggen iedere keer gek aan de rokers bij de ingang. "Ik spreek iedereen aan, dat doen mij collega's ook, beveiligers lopen extra rondes. Je krijgt dan vaak een grote mond en soms kun je bijna een klap krijgen. Als iemand de oplossing weet, bel me alsjeblieft."
Het ziekenhuis heeft geen extra personeel om het verbod te handhaven. "Wij kunnen ook geen boetes uitdelen, dat geeft een machteloos gevoel. En eigenlijk schamen we ons rot, want dit we willen niet."
Capitulatie
"Het is onze eer te na om te zeggen: we maken toch een rokersplek, aan de rand van het terrein", zegt Tasche. "Dat zou wel een capitulatie zijn. We gaan nu te rade bij collega's in andere ziekenhuizen en andere beheerders van gebouwen. Als een rokershokje dan naar voren komt als de oplossing, dan moeten we dat misschien toch maar doen. Maar ik vind dat eigenlijk een slechte zaak."