Verweij denkt nog niet aan wissel: ik rijd goed genoeg

Sven Kramer, Koen Verweij en Jan Blokhuijsen plaatsten zich voor de halve finales op de ploegenachtervolging, maar soepel ging het niet. Verweij kwam op het laatst kracht tekort en moest geduwd worden door Kramer.

Er zijn zeker dingen die beter kunnen, beaamde Kramer dan ook na afloop. "Maar we zijn nog volop in de race. Ik vind dat we de eerste vijf ronden fantastisch rijden. Daarna krijgen we moeilijkheden, maar ik denk dat we het heel goed oplossen en de boel op de rit houden."

"Ik had vanaf het begin geen druk op links. Dan rij je continu bochten op rechts en kom je jezelf een beetje tegen", verklaarde Verweij zijn moeizame race.

Gevraagd of een wissel Verweij-Patrick Roest dan voor de hand lag, reageerde Verweij afwijzend. "Dat zal wel, we gaan het zien. Ik rijd goed genoeg. Tot nu toe staan we er, we gaan naar de halve finales." Blokhuijsen viel zijn ploegmaat bij. "We zijn nog olympisch kampioen en een winnend team moet je niet wisselen."

Arie Koops, die de zieke coach Geert Kuiper verving, gaf aan dat er dinsdag een besluit genomen wordt over de samenstelling.

Het feit dat de Oranje-schaatsers ondanks de moeilijkheden de halve finales haalden, was reden voor optimisme. "Ik denk dat we het goed opvangen, in het verleden is het vaak genoeg misgegaan als het bij iemand niet lekker liep", wist Kramer.

Blokhuijsen: "Het is goed hier nu tegenaan te lopen en niet in de halve finales, ik denk dat we nu op scherp staan."

'Wisselen, Bert!'

Scherp was Kramer zeker, toen NOS-verslaggever Bert Maalderink zich vooruitblikkend op de halve finales versprak. Niet Zuid-Korea, maar Noorwegen is daarin woensdag immers de tegenstander van de Oranje-mannen.

Het kwam Maalderink na zijn vragen over een mogelijke wissel Verweij-Roest op een koekje van eigen deeg te staan. "Wisselen! Wisselen, Bert. Wanneer komt Jeroen (Stekelenburg, red.)?", grapte Kramer.