Met geld dat bespaard is door de afschaffing van de basisbeurs, zet het hoger onderwijs onder meer in op studentenwelzijn, het wegwerken van docententekorten en online onderwijs. Dat blijkt uit een analyse van NOS op 3 van plannen die onderwijsinstellingen moesten indienen om aanspraak te maken op geld uit een pot van 2,3 miljard euro.
De meeste studenten moeten sinds 2015 hun stufi lenen, in plaats van dat het een gift is. De belofte van het leenstelsel was: studenten krijgen geen studiefinanciering meer, maar wel betere kwaliteit van onderwijs. De besparing zou moeten terugvloeien naar het hoger onderwijs.
Onderwijsinstellingen mochten zelf een voorstel doen over hoe ze dat geld willen besteden, in overleg met studenten en docenten. Zodoende lopen de plannen per instelling flink uiteen: van het aannemen van extra docenten tot het serveren van duurzame broodjes en warme avondmaaltijden in de kantine.
Wil jij weten in ruil waarvoor jij je als student in de schulden steekt - en waar jouw opleiding in investeert? Selecteer dan hieronder je hogeschool of universiteit:
Veel plannen komen overeen. Meer dan de helft van de onderwijsinstellingen investeert in online onderwijs: ze gaan colleges streamen, of ontwikkelen een onderwijs-app. Ook wordt ingezet op beter studieadvies.
Ook feedback aan studenten komt veel in de plannen voor: docenten krijgen daar meer tijd voor en gaan studenten op sommige plekken op een andere manier toetsen. Meerdere onderwijsinstellingen kiezen ervoor om studenten elkaar meer feedback te laten geven.
Hieronder zie je goed waar de focus van het totaal aantal onderwijsinstellingen nog meer op ligt:
Ook voor diversiteit en inclusiviteit is duidelijk aandacht. Op een aantal plekken worden studenten en docenten hierin getraind en veel kunstopleidingen willen meer studenten met een niet-westerse achtergrond binnenhalen.
Heel wat hogescholen investeren het leenstelselgeld daarnaast in flexibeler onderwijs, door vakken en toetsen vaker aan te bieden. Studenten kunnen zo meer zelf bepalen hoe en wanneer ze willen studeren. Ook worden dankzij het leenstelsel-geld duizenden stopcontacten aangelegd.
Het grootste thema waarop wordt ingezet is 'intensiever en kleinschaliger onderwijs', een wens van studentenbonden. Daar is veel gehoor aan gegeven, want veel hogescholen en universiteiten gebruiken het geld om meer docenten aan te nemen.
Het is wel de vraag of de huidige studenten hier echt iets van zullen merken in de collegezalen. Een op de vijf onderwijsinstellingen schrijft zelf al dat de extra docenten nodig zijn om de groeiende studentenaantallen bij te benen. Met het geld dat het leenstelsel oplevert, worden dus deels eerdere bezuinigingen op het hoger onderwijs gecompenseerd.
Beoordeling plannen
De plannen van hogescholen en universiteiten worden beoordeeld door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie. Die checkt onder meer of studenten en docenten genoeg hebben kunnen meebeslissen en of de plannen realistisch zijn. Uiteindelijk beslist de minister van Onderwijs definitief of ze aan de eisen voldoen.
Die besluiten zijn opmerkelijk vaak negatief: een derde van alle onderwijsinstellingen heeft in de eerste ronde geen groen licht gekregen en is nu bezig met een herkansingsronde. Vooral bij hogescholen was er vaak nog wat aan te merken op de plannen. Minister Van Engelshoven heeft toch besloten om deze onderwijsinstellingen in 2021 geld uit te keren, omdat vanwege corona de procedure vertraging heeft opgelopen.
In onderstaande video duikt NOS op 3 de pitches van de onderwijsinstellingen in: