Vrouwen die halsoverkop moeten vluchten voor hun gewelddadige partner kunnen naar de vrouwenopvang toe. Maar daar zijn lang niet altijd genoeg noodbedden. Om ze toch uit hun gevaarlijke situatie te kunnen halen, worden er jaarlijks tientallen vrouwen in hotels ondergebracht. Dat blijkt uit onderzoek van NOS op 3.
Marleen van Eijndhoven, voorzitter van Het Landelijk Netwerk Vrouwenopvang, zegt dat er een grens is bereikt. "Het tekort aan opvangmogelijkheden leidt tot onverantwoorde veiligheidsrisico's. Er moet nu landelijk iets gebeuren om de problematiek aan te pakken."
Bekijk hier wat het betekent als je in nood niet in de opvang terecht kan:
Jaarlijks maken ongeveer 12.000 vrouwen in Nederland gebruik van de vrouwenopvang. Dit is een tijdelijke opvangplek voor slachtoffers van huiselijk geweld. Hier kunnen ze tot rust komen om van daaruit op zoek te gaan naar een beschermde of zelfstandige woning. Bij de opvang kloppen ook zo'n 4500 kinderen en tweehonderd mannen aan.
Maar in sommige situaties loopt een vrouw zo'n groot gevaar, dat ze direct in veiligheid gebracht moet worden. Voor deze situaties zijn er dan noodbedden beschikbaar.
Uit een rondgang langs twintig vrouwenopvang-instellingen blijkt nu dat deze bedden niet altijd vrij zijn. In Vlaardingen werden er dit jaar om die reden twaalf vrouwen vanuit veiligheidsoverwegingen ondergebracht in een hotel.
In Utrecht verbleven dit jaar zestien vrouwen in een hotel, waarvan vijf vrouwen met een of meerdere kinderen. Een andere vrouwenopvang laat ons weten vorig jaar een vrouw op een vakantiepark te hebben moeten onderbrengen, omdat er geen noodbed beschikbaar was in de instelling.
Leven en dood
Dat het aantal noodbedden onder druk staat, komt volgens Van Eijndhoven onder meer doordat de uitstroom naar woningen stagneert. "Vrouwen die binnenkomen op de noodopvang, zouden eigenlijk na maximaal drie dagen doorgeplaatst moeten worden naar een reguliere plek binnen de vrouwenopvang. Maar dat is lastig, omdat de uitstroom van de reguliere opvang naar een beschermde woning of sociale huurwoning stokt. Hierdoor blijven de noodbedden langer bezet dan dat wij willen en moeten wij bij acute nood uitwijken naar een hotel om een vrouw alsnog in veiligheid te brengen."
Ook ziet Van Eijndhoven het aantal aanmeldingen bij de vrouwenopvang toenemen. Bijvoorbeeld bij de Blijf Groep, een vrouwenopvang die o.a. gevestigd is in Amsterdam, Almere en Alkmaar. Daar nam het aantal noodplaatsingen toe van 221 in 2016 naar 261 in 2018.
De vrouwenorganisaties vinden dat minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid snel moet ingrijpen. "Het tekort aan opvangmogelijkheden leidt tot onverantwoorde veiligheidsrisico's. Er moet nu landelijk iets gebeuren om de problematiek aan te pakken." De minister was vorig jaar al geïnformeerd over de tekorten, maar daar heeft hij volgens de organisaties niets mee gedaan.
In een schriftelijke reactie laat de minister met alle gemeenten weten de signalen zeer serieus te nemen. Hij zal daarom aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Federatie Opvang de opdracht geven een onderzoek in te stellen naar de capaciteitsproblemen. "Dit is nodig om een actueel beeld te hebben van waar de nood het hoogst is."