Aangepast

Waarom schieten kilometers spoor maar met 140 onder je door?

De snelste trein in Nederland is de Thalys. Anderhalve minuut in Nederland tikt hij z'n topsnelheid aan: 300 kilometer per uur. Maar dan moet de hogesnelheidstrein in de remmen. Net als bijna alle andere treinen in Nederland. Maar die gaan niet harder dan 140 km/u.

Waarom is 140 km/u de max? Dat vraagt zelfs ProRail-baas Pier Eringa zich af in de Volkskrant. Vier dingen: het spoorboekje, de trein, het spoor en de veiligheid.

Als eerste is er het spoorboekje: Nederland heeft een druk spoor. Er zijn verschillende vervoerders en die treinen komen langs verschillende knooppunten. En allemaal moeten ze netjes op elkaar aansluiten.

"Het is als een Zwitsers uurwerk om alle wensen van die vervoerders op elkaar te laten aansluiten", legt Jaap Eikelboom van ProRail aan ons uit. "Ga je harder dan 140 km/u, dan ben je sneller bij de knooppunten en klopt de dienstregeling niet meer.

140 is wat dat betreft dus de perfecte snelheid, legt hij uit. Maar er zijn uitzonderingen, zoals de hogesnelheidslijn richting Antwerpen. De trein daar rijdt niet alleen harder, die kán ook harder.

Want dat is het tweede punt: de trein. Die kan vaak gewoon niet harder dan 140 km/u. De Intercity waarmee jij naar je werk gaat, of de Sprinter tussen Zwolle en Kampen, gaan niet veel harder dan 140 km/u of soms zelfs 100 km/u.

"Een paar treinen kunnen 160 km/u", vertelt Vincent Wever van OV Magazine. "Maar daar houdt het wel op. De meeste treinen zijn niet gebouwd voor hoge snelheden, behalve de Thalys en de Beneluxtrein." En al zouden ze harder kunnen, dan nog kan het spoor het niet aan.

Probleem drie: het spoor. Het netwerk in Nederland kan niet overal hoge snelheden aan. Wever: "Een trein weegt honderden tonnen. 200 tot 300 kilometer per uur, betekent veel meer belasting van het spoor dan bij 140 km/u. Een spoor moet dan een stevigere ondergrond hebben."

"Daarom was de aanleg van de Hogesnelheidslijn ook zo duur", zegt Wever. "De Nederlandse bodem is eigenlijk vloeibare modder." Inderdaad: veel Nederlandse grond is veengrond. Dat moest worden vervangen voor zand en beton.

Wever: "Ander voorbeeld. Tussen Zwolle en en Kampen reed tot voor kort een boemel die 100 km/u reed. De nieuwe trein zou 140 km/u gaan rijden, maar dat kon helemaal niet. De ondergrond was zo zwak, dat de bovenleiding begon te zwieren als een trein voorbij raasde. De vonken schoten ervan af."

En nog een reden waarom 140 km/u min of meer de limiet is: dat is gewoon ooit zo bedacht. Na een ernstig treinongeluk in 1962 kwam er een nieuw veiligheidssysteem op het spoor: Automatische Treinbeïnvloeding, ATB. Dat systeem moest ervoor zorgen dat er nooit meer twee treinen op elkaar zouden botsen.

"Dat systeem ligt in heel Nederland en bepaalt dat treinen niet harder dan 140 km/u kunnen", zegt Wever. "Dat was in de jaren 60 wel hard genoeg." Dat systeem is op sommige plekken inmiddels geüpdatet, naar ATB+, waardoor tussen Schiphol, Leiden en Den Haag 160 km/u kan worden gereden.

Op de HSL en de Betuweroute is een Europees beveiligingssysteem (ERTMS) van kracht, dat hogere snelheden toestaat. Maar de limiet van 140 km/u bestaat voor de rest van Nederland nog steeds.

Om het Europese beveiligingssysteem in heel Nederland in te voeren, gaat miljarden kosten. Wever: "Zolang die investering nog niet wordt gedaan, blijft in de rest van Nederland 140 km/u voorlopig nog de max."

Deel artikel: