Veel armoede, ondervoede mensen en overal modder. Dat zag de 30-jarige Michiel Niewold toen hij vorige week aankwam in Cox's Bazar in Bangladesh. Daar verblijven zo'n 20.000 gevluchte Rohingya uit Myanmar.
Vanuit deze kustplaats helpt Michiel, met steun van de lokale bevolking, bij het opvangen van de vluchtelingen. "Vanaf deze plek kunnen we gemakkelijk naar verschillende vluchtelingenkampen toe in de omgeving. Zo kunnen we snel bepalen waar het snelst en het hardst hulp nodig is."
Michiel is met name bezig met de logistiek. Dat varieert van slaapplekken regelen tot levensmiddelen inslaan. "Dat is het minder spannende deel", lacht hij. "Maar het is wel super-noodzakelijk. Mijn collega's kijken wat er aan spullen nodig is, en ik zoek vervolgens naar lokale leveranciers die dat kunnen leveren."
Het gaat om 'simpele' producten als zeep, emmers, zeil en touw. Daarmee kunnen de nieuw aangekomen vluchtelingen bijvoorbeeld een geïmproviseerd dak maken tegen de zon en de regen.
Volgens Michiel zijn de vluchtelingenkampen ontzettend groot én heuvelachtig. Dat maakt het niet altijd makkelijk om de producten op alle plaatsen te krijgen. "Zo'n kamp kan een doorsnede van twintig kilometer hebben. Daardoor komen de hulpgoederen vooral bij de mensen die in de buurt van de vastgestelde distributiepunten een onderkomen hebben."
Daar wil noodhulporganisatie Medair, waar Michiel voor werkt, graag verandering in brengen. "We proberen juist ook de meest kwetsbare en ondervoede mensen op te zoeken, door verder de kampen in te gaan."
We maakten eerder een uitlegvideo over de situatie in Myanmar:
Cox's Bazar staat flink onder druk, omdat er zóveel vluchtelingen binnenstromen. "Het is een bizarre plek. Aan de ene kant zie je de toeristen bij het kilometers lange zandstrand, aan de andere kant zijn er de vluchtelingen en de hulporganisaties."
En de vluchtelingen blijven nog elke dag komen. "Het is echt triest om te zien, zoveel gezinnen op de vlucht. Ze hebben onderweg de meest verschrikkelijke dingen meegemaakt."
Michiel hoopt met z'n team de komende tijd nog veel te kunnen doen voor de vluchtelingen. "Ik wil mensen weer hoop geven, en waardigheid."