Alles wat we online doen, laat sporen achter. En daar mogen we ons best wel wat meer bewust van zijn. Dat zegt promovendus David Graus van de UvA. Gisteren promoveerde hij met zijn onderzoek naar de digitale sporen die wij achterlaten. "Niet alleen een tweet, maar wat je klikt, wat je zoekt en wat je kijkt online laat sporen achter."
Leren van ons gedrag
Alles wordt verzameld, vertelt David. Neem bijvoorbeeld Facebook. "Dat bedrijf probeert constant in te schatten wat je smaak is." Daarbij kijkt het mee met elke interactie die jij met Facebook hebt. En daar leert het van. "Dus wat je klikt, wat je leest, of als je een website verlaat." Daarmee beoordeelt het bedrijf wat jij wil zien.
En dat wordt vaak gezien als iets griezeligs, zegt David. En een inbreuk op onze privacy. Maar dat vindt hij niet helemaal terecht. "Google bijvoorbeeld zou niet kunnen bestaan zonder de gegevens die Google van ons bewaart. Het internet is enorm groot, en er zit heel veel ambiguïteit in taal. Door te leren van ons gebruik, snapt Google wat jij zoekt. Zonder van jou te leren kan Google je geen zoekresultaten geven waar jij wat aan hebt."
David kijkt in zijn onderzoek naar de sporen die mensen achterlaten op het web. Hij onderzocht niet Google of Facebook, maar wel naar e-mails. "Door naar jouw mailgedrag te kijken, kunnen we voorspellen met wie je gaat e-mailen. En we kunnen onverwacht gedrag herkennen. Mail je iemand die je nooit mailt, dan valt dat op."
Volgens David is het logisch dat we kritisch zijn op het verzamelen van informatie over ons gedrag. Bijvoorbeeld als overheden hier misbruik van gaan maken. Daarom moet er duidelijke wetgeving komen. "Maar we moeten deze dreiging niet overdrijven. Die data is belangrijk om een product te maken. Netflix zou zonder onze gegevens niet kunnen bestaan. En dan zou alles dat we op internet zien gericht moeten zijn op de grote massa, in plaats van op iedereen persoonlijk. Dat zou zonde zijn."