"Eindelijk een bevestiging", zegt de Haarlemse Joanna, die al een tijdje wacht op een plekje op een woonwagenkamp. "Onze argumenten werden door de gemeente telkens afgedaan. Maar nu hebben we gelijk gekregen."
De Nationale ombudsman Reinier van Zutphen concludeerde vandaag dat Nederlandse gemeenten niet genoeg plekken regelen voor woonwagenbewoners. Volgens hem kunnen zij daardoor niet volgens hun eigen tradities en culturele identiteit leven.
Joanna hoopt dat met de uitspraak van de Ombudsman een einde komt aan het 'uitstervingsbeleid' van verschillende Nederlandse gemeentes. Die breken woonwagens af, zodra de inwoner is overleden. Terwijl veel jongeren juist staan te trappelen om er te gaan wonen.
Joanna woont zelf in Haarlem, dat geen uitstervingsbeleid heeft: "Maar bij mijn familie in kleinere gemeentes gebeurt het wel."
Volgens Joanna blijven twintigers nog jarenlang thuiswonen, omdat er een tekort is aan plaatsen voor woonwagens: "Het is heel cru, maar ik moet wachten totdat mijn oma is overleden voor ik een eigen plek kan krijgen."
Nederweert
Reuske uit Nederweert is ook blij met het rapport van de ombudsman. Ze wacht al meer dan tien jaar op een plek voor een woonwagen. "Dat duurde allemaal zo lang, dat ik nu noodgedwongen in een huis zit", zegt Reuske. "We hebben jaren in een caravan van 6 meter gewoond, maar toen mijn tweede kind kwam kon ik niet anders. Ik zou het liefst in een wagen wonen."
In Nederweert zijn drie kleine kampen, op de grootste is plek voor elf wagens. De kampbewoners willen er acht plekken bij, maar dat proces duurt al jaren. "Eerst wilde de gemeente maar vijf plekken toestaan en moesten we zelf maar uitzoeken wie dat moesten zijn", zegt Reuske. "Daar wilden we niet aan beginnen, want wie moest er afvallen. Het gaat allemaal om jonge mensen."
Uiteindelijk stapten de woonwagenbewoners naar de Raad van State. Die gaf ze gelijk, maar de extra plekken laten nog op zich wachten. In een reactie zegt de gemeente Nederweert nog steeds bezig te zijn met nieuwe plaatsen. Wanneer deze klaar zullen zijn is onduidelijk.