De gemiddelde student houdt volgend jaar een stuk minder geld over op zijn bankrekening, blijkt uit onderzoek van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). Het collegegeld en de huurprijzen van een kamer zijn gestegen en dat betekent dat de uitgaven van studenten hoger zijn. Daarnaast is de basisbeurs afgeschaft.
Een student aan de universiteit die geen recht heeft op een aanvullende beurs, heeft hierdoor in 2017 zo'n 1,2 procent minder te besteden. Hbo-studenten zonder zo'n extra beurs, die je krijgt als je ouders bijvoorbeeld niet zoveel verdienen, moeten het doen met 0,8 procent minder.
"Als ik dan in het nieuws lees dat iedereen er volgend jaar in koopkracht op vooruit gaat, denk ik: nee, daar klopt niks van", zegt ISO-voorzitter Jan Sinnige.
Volgens het ISO is de teruggang in koopkracht vooral een probleem voor kwetsbare jongeren, van wie de ouders geen financiële bijdrage kunnen geven. Eerder bleek al dat er uit deze groep minder aanmeldingen voor opleidingen kwamen. "Het wordt steeds belangrijker wie je bent en waar je vandaan komt", zegt Sinnige. "De drempel om te gaan studeren wordt hierdoor voor sommigen opnieuw hoger."
Het ISO roept op snel concrete maatregelen te nemen. Daarbij denkt de studentenorganisatie er bijvoorbeeld aan om de stijgende huurprijzen ook mee te nemen in het bedrag voor de aanvullende beurs. Ook moet de afschaffing van de basisbeurs nog eens goed worden bekeken als deze trend doorzet. Het ISO is een van de organisaties die in april nog opriep deze te herinvoeren.
Inkomsten en uitgaven van een student aan de universiteit
Inkomsten | Uitgaven | ||
Bijdrage ouders | € 102,03 | Huur | € 347,52 |
Lening | € 418,70 | Collegegeld | € 163,96 |
Bijbaan | € 235,72 | Overige uitgaven | € 491,74 |
Teruggave belasting | € 15,84 | ||
Over (bijv. zorgtoeslag) | € 122,82 | ||
Totaal | € 895,11 | Totaal | € 1.003,22 |
Ook aan de stijging van het collegegeld - dat volgend jaar iets meer dan 2.000 euro is - moet volgens het ISO een einde komen. "Als je nu aan een studie begint, heb je geen idee hoe dit nog meer gaat toenemen. En je kunt tussendoor ook niet stoppen, want je wil toch je studie afmaken", zegt Sinnige.
Hij stelt voor het geld dat je aan een universiteit of hogeschool betaalt, aan het begin van een studie voor een paar jaar vast te zetten. "Wie dan in 2016 begint, weet dan gewoon wat hij drie of vier jaar lang moet betalen."
Minister Bussemaker van Onderwijs laat in een reactie weten dat studenten helemaal niet minder te besteden hebben, omdat iedere student ook (meer) kan lenen. Dat kan volgens de minister onder 'zeer gunstige voorwaarden', omdat je langer mag doen over terugbetalen en je dat niet hoeft te doen als je geen baan vindt.
De hoogte van het collegegeld beweegt volgens Bussemaker mee met de prijsstijging van andere goederen en diensten, die wordt vastgesteld door het CBS.