Op de Olympische Spelen worden de medailles verdeeld, maar ondertussen heeft de Belg Karel Sabbe (27) een prestatie geleverd die nog niemand in Rio hem nadoet. Hij legde het Pacific Crest Trail - een wandelpad tussen de Amerikaanse grenzen met Mexico en Canada - in recordtempo af. De gemiddelde loper doet zo'n 6 maanden over de afstand van 4427 kilometer (ruim 100 marathons). Karel liep hem in een kleine 8 weken: na 52 dagen, 8 uur en 25 minuten kwam hij aan in Canada.
Een bijna bovenmenselijke prestatie, waar de tandarts uit Gent redelijk rustig onder blijft. "Het was soms flink afzien. Maar toch heb ik ervan kunnen genieten", lacht hij droogjes. "Deze wandeling stond al lang op mijn verlanglijstje." Het is al zo ver, maar waarom dan ook nog zo snel? Volgens Karel had dat vooral een praktische reden: "voor mijn werk kon ik niet al te lang van huis. Toen las ik wat het record was (53 dagen) en besloot ik dat te verbeteren. En dat is gelukt."
Slaapgebrek, uitvallende nagels en extreem terrein
Op 18 juni begon de Belg zijn tocht, die door de Mojavewoestijn, over bergtoppen en door bossen liep. Per dag liep hij 80 kilometer. Hij werd gevolgd door bewegingsspecialist en vriend Joren Biebuyck. "Joren reed op de motor voor me uit en zorgde voor de praktische kant van de reis. Dat er aan het einde van de dag een tent stond, dat er eten was ingekocht en dat mijn kleren waren gewassen", zegt Karel.
Tijdens de tocht kreeg Karel te maken met extreme hitte en kou. Het zwaarste deel was de hoge Sierra, een hooggebergte in de staat Nevada. "Ik had voornamelijk last van te weinig slaap. Om tijdverlies te beperken liep ik tot laat door en moest ik al vroeg op. Fysiek was het vooral de pijn in mijn voeten, door de blaren. Er zijn onderweg ook een paar nagels uitgevallen."
In slaap gevallen op het bospad
Als voorbereiding liep de 27-jarige Belg een aantal marathons en trainde hij op het lopen van lange afstanden - tot 90 kilometer per dag. Ook legde hij een duurloop van een week af door de Marokkaanse woestijn. "Het is vooral mentaal zwaar. Fysiek kun je er wel aan wennen, zoals je wel aan meer dingen went," zegt Karel. "Zo kon ik me ook niet normaal wassen tijdens de rit. Af en toe kom je een beekje tegen en als je na een lange dag op het kamp aankomt, zijn er wel van die vochtige doekjes. Na een tijdje merkte ik dat ik me daar steeds minder druk om begon te maken. Dan was ik al blij als ik op tijd aankwam."
Het zwaarste moment was vier dagen voor het einde. "We moesten een stuk omlopen, waardoor mijn dagelijks aantal kilometers naar 119 ging. Ik ben op een gegeven moment op een bospad in slaap gevallen. Na een tijdje ben ik weer wakker geworden door de kou en maar weer doorgelopen."
'Ik kon zo 50 kilometer extra door de mooie zonsondergang'
Op zulke momenten had Karel vooral veel aan de steun van huis. "Mensen konden mij volgen met een gps-tracker. Hoewel ze me thuis voor gek verklaarden toen ik vertrok, heb ik ontzettend veel steun gehad." Ook het natuurschoon om hem heen hield hem gaande. "Toen ik daar door de hoge Sierra liep en er echt doorheen zat, zag ik ineens die schitterende zonsondergang. Daar kreeg ik zoveel energie van - ik kon bij wijze van spreken zo 50 kilometer extra."
De sfeer bleef er dan ook goed in zitten, en er kon tijdens het lopen zelfs nog wat gelachen worden.
Inmiddels is Karel onderweg terug naar België. Hoe het ontvangstcomité eruit zal zien, weet hij niet. "Er zijn wel wat mensen die me gevolgd hebben, dus er zal wel iets georganiseerd worden."