De discussie rond de Dodenherdenking is zo oud als de herdenking zelf: wie of wat herdenken we? Ilse Raaijmakers schreef haar proefschrift over de nationale herdenkingscultuur: hoe herdenken wij de Tweede Wereldoorlog? "Vanaf de eerste Dodenherdenking is er heibel over de invulling ervan."
Ilse (31) omschrijft de Dodenherdenking als "de stilte én de storm". De storm dit jaar was #Geen4MeiVoorMij. De 4-meiherdenking zou in haar huidige vorm eurocentrisch zijn en slechts oog hebben voor 'witte geschiedenis'.
Ilse is verbonden aan Arq, een instituut dat zich bezighoudt met de gevolgen van traumatische gebeurtenissen. Volgens haar zijn het vaak de jongeren, de nieuwe generatie, die zeggen dat de herdenking anders moet. "Iedere generatie herdenkt op haar eigen manier."
Omdat iedereen op zijn eigen manier herdenkt, is er veel veranderd sinds de eerste Dodenherdenking. In de jaren vijftig roerden veel Indië-veteranen zich en zetten zich in voor de herdenking van oorlogsslachtoffers tijdens de dekolonisatie-oorlog.
Ook werden er vaak alternatieve herdenkingen georganiseerd, vooral in studentensteden, zegt Ilse. "Zij waren het dan niet eens met de groep die herdacht wordt, zij wilden dat er meer slachtoffers herdacht worden, bijvoorbeeld ook de slachtoffers van andere conflicten, of omgekomen homoseksuelen tijdens de Tweede Wereldoorlog."
Vorig jaar werd nog gepleit voor het herdenken van de omgekomen Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog op 4 mei.
Na veel veranderingen is dit nu de lijn: op 4 mei worden de slachtoffers herdacht, en niet de daders. Dodenherdenking is geen moment voor verzoening. En we blijven ook de Nederlandse slachtoffers herdenken die vielen in de onafhankelijkheidsstrijd in Indonesië, in Korea en in oorlogen en bij vredesmissies waar Nederlanders bij betrokken waren.
Niet alleen jongeren vinden het moeilijk om invulling te geven aan de herdenking. Allochtonen hebben dat soms ook, merkte Ilse. Ze sprak Marokkanen over 4 mei.
"Zij hebben de familiegeschiedenis niet en daardoor minder met de Tweede Wereldoorlog en de herdenking ervan. Ook kunnen jongeren bijvoorbeeld de herdenking van Joodse slachtoffers toen, vaak niet los zien van de huidige situatie met Israël. Natuurlijk vinden ze alles wat er in de oorlog gebeurde erg, maar ze voelen zich minder betrokken bij de herdenking."
Groepen voelen zich buitengesloten van de herdenking omdat 'hun' oorlogsslachtoffers niet herdacht worden op 4 mei. "Dodenherdenking blijft een centraal verhaal, een Nederlands verhaal."
5 mei heeft de toekomst
Er zijn steeds minder levende veteranen, of mensen die direct oorlog hebben meegemaakt. Daardoor wordt het moeilijker om de herdenking persoonlijk te houden en jongeren betrokken te houden.
De afgelopen jaren wint juist 5 mei aan terrein. Steeds meer Nederlanders vinden Bevrijdingsdag een belangrijke dag. Ilse: "Vrijheid is een onderwerp dat iedereen aanspreekt en waarbij niemand zich uitgesloten voelt. En jongeren vinden Bevrijdingsdag vooral leuker, door de Bevrijdingsfestivals."
"Feestvieren na 4 mei was voor veel mensen lang geen optie: er was toen nog te veel verdriet." Dat is nu wel anders. Deze generatie heeft de oorlog niet meegemaakt. "Daarom denk ik dat 5 mei die toekomst heeft en steeds populairder zal worden."