If you can't beat them, join them. Dat lijkt de strategie van steeds meer grote bedrijven te zijn als het gaat om veganisme. Unilever maakt nu eivrije mayonaise, Ben & Jerry's komt met vegan ijs en zelfs in de Ikea kan je Zweedse balletjes zonder dierenleed naar binnen werken.
En hoewel het aantal veganisten in Nederland nog steeds best klein is, is het wel groeiende. Volgens Pablo Moleman, een van de organisatoren van de VeggieWorld-beurs in Utrecht dit weekend, gaat het om 1 procent van de bevolking, zei hij gisteren op BNR. Een ruime schatting, vindt voorlichter Debby van Velzen van de Nederlandse Vereniging voor Veganisme.
"Er zijn geen recente cijfers van", zegt Van Velzen. "Wij maken een schatting op basis van het aantal 20 jaar geleden, dat was 16.000. Afgezet tegen onze eigen ledengroei zouden het er nu zo'n 50.000 zijn." Ergens tussen de 50.000 en 170.000 veganisten in Nederland dus. "Ik hoop dat het CBS dit eens gaat onderzoeken", aldus Van Velzen.
Grote massa
Een groeiende markt, die de voedingsindustrie inmiddels ook als prima investering ziet. "Tegenwoordig staat er ook 'veganistisch' op verpakkingen, dat was 5 à 10 jaar geleden echt ondenkbaar. Je kan er dus mee verkopen." Het zijn ook niet alleen veganisten die voor de toename in het aantal vegan producten zorgen.
"Er is gewoon een groeiende interesse voor dat soort producten", zei Moleman gister. "Er is een enorme onvrede over de bio-industrie, vanwege het dierenleed, maar ook vanwege de voedselveiligheid. Het is een andere vorm van idealisme: een bewuste keuze."
Voorheen gingen alleen vegetariërs voor vegetarische producten en alleen veganisten voor puur plantaardige producten. Maar dat is aan het veranderen. "De grote massa keek niet naar die producten om, maar nu wel. Omdat ze merken dat het gezond en lekker is."
De van oorsprong Duitse veganistenbeurs VeggieWorld staat nu voor het eerst in Nederland. Maar in Duitsland en Amerika is deze levensstijl veel populairder. "In Berlijn is zelfs een hele scene, daar kan je bijna niet om de vegan restaurantjes heen", zegt Van Velzen. "En er is een veganistische supermarkt, Veganz, die ook naar het buitenland uitbreidt. Ze zouden ook naar Amsterdam komen, maar dat lijkt uitgesteld."
"In Duitsland en de progressieve delen van Amerika schieten veganistische start-ups als paddestoelen uit de grond", zegt Moleman. "De start-up-markt is de dierlijke markt aan het uitdagen." Maar dat is niet altijd makkelijk; de 'oude' markt geeft niet zomaar toe. "Zo maakt het Amerikaanse Hampton Creek plantaardige eivervangers, die voor fabrikanten goedkoper zijn om aan te komen dan gewone kippeneieren. De Egg Board, de Amerikaanse ei-industrie waar Unilever ook in zit, heeft geprobeerd Hampton Creek kapot te maken, maar dat is niet gelukt. En nu maakt Unilever dus zelf eivrije mayonaise."
"Het nieuwe vlees wint het van het oude vlees als het gaat om gezondheid, milieu en diervriendelijkheid", stelt Moleman. Maar een drempel is vaak nog steeds de prijs. "Het hangt van het product af", zegt Van Velzen. "De vegan mayonaise is niet duurder dan de gewone. Maar plantaardige kaas kost wel meer dan dierlijke kaas. Dat komt ook doordat dierlijke producten gesubsidieerd worden door de overheid, het is oneerlijke concurrentie." En moeilijk te vergelijken dus.
Moeilijk?
Nog een mogelijke drempel: het klinkt heel moeilijk om veganistisch te koken. Is dat ook zo? Helemaal niet, vindt Van Velzen. "Het is wel even wennen, al hangt dat ook af van wat je nu al wel of niet eet. Het kan ook een verrijking zijn om zelf aan de slag te gaan en een tomatensaus te maken. Het is maar hoe je het bekijkt."
Op 1 april begint overigens weer de Vegan Challenge: een maand lang plantaardig eten. Die uitdaging wordt twee keer per jaar georganiseerd; in oktober deed een recordaantal van 2700 mensen mee. Als je meedoet, krijg je elke dag recepten en tips om plantaardig te eten.