IJsbreker Ortelius

Grootste Nederlandse poolexpeditie vertrekt

De grootste Nederlandse poolexpeditie ooit vertrekt vandaag vanaf Longyearbyen, de hoofdstad van eilandengroep Spitsbergen. Zo'n vijftig wetenschappers gaan onderzoek doen naar onder meer het klimaat, planten, dieren en het landschap.

Locatie: het eiland Edgeøya, ten oosten van Spitsbergen, een van de meest afgelegen wildernissen, met een zeer hoge populatie ijsberen.

"We hebben geen flauw idee hoe het er nu voor staat in de poolgebieden", vertelt projectleider Maarten van Loonen. "Er zijn wel vaker kleine onderzoeken gedaan, maar een totaalbeeld hebben we niet."

Expeditieroute

Eind jaren 60 deden Nederlanders ook al onderzoek op Edgeøya . Door de resultaten van toen en nu naast elkaar te leggen, willen de wetenschappers de klimaatveranderingen in kaart brengen.

De expeditieleden stappen woensdagavond aan boord van de ijsbreker Ortelius. Dit is hun route:

Dit is de route

Van Loonen is jaren bezig geweest om zoveel mogelijk wetenschappers aan boord te krijgen. Hun specialismes zijn heel uiteenlopend, zo gaan er onder meer biologen, archeologen, geologen en sociaal-wetenschappers mee.

Van Loonen hoopt dat de kennis over het ecosysteem in het poolgebied groter wordt doordat al die verschillende onderzoekers ook van elkaar zien waar ze mee bezig zijn.

Rendieren komen steeds moeilijker aan voedsel.

Projectleider Maarten van Loonen

Rendieren & ganzen

En dat varieert van paddenstoelen verzamelen tot het inventariseren van de ganzenpopulatie. Van Loonen gaat zelf gaat 'grazers' tellen: ganzen, maar ook rendieren. Door de schedels van rendieren te tellen hoopt hij erachter te komen hoe het met de rendierpopulatie gaat.

Door de klimaatveranderingen regent het steeds vaker op Spitsbergen. Een ramp voor rendieren: "Ze snuffelen en wroeten in de sneeuw om zo hun eten te vinden", legt Van Loonen uit. "Als het regent, dan wordt de bovenlaag van de sneeuw hard omdat het 's nachts vriest. Zo kunnen de rendieren steeds moeilijker aan voedsel komen."

rendier op Spitsbergen

Weerstation

NOS-weerman Peter Kuipers Munneke gaat ook mee. Hij wil een zelfstandig werkend weerstation gaan neerzetten: een mast die de luchtvochtigheid, de temperatuur en neerslag meet. Zo kan hij vanuit huis de weersituatie in Spitsbergen in de gaten houden.

Waar Kuipers Munneke de mast gaat neerzetten, kan hij van tevoren niet zeggen. "Ik heb een aantal geschikte plekken op gletsjers uitgezocht. Het hangt allemaal af van het weer, waar het weerstation komt te staan", vertelt hij.

Als het een mooie dag is, gaat hij erop uit om de mast te plaatsen. Dat wordt sowieso een flink eind lopen. "Ik heb alle routes uitgezocht, dus dat moet goed komen", denkt Kuipers Munneke.

Luchtvervuiling

Twee onderzoekers van het KNMI gaan de luchtvervuiling meten. Richard Bintanja van het KNMI verwacht geen schokkende resultaten. De lucht in poolgebieden is meestal schoon, al verwacht hij wel wát smerigheid te vinden: "Die walmen drijven over vanuit het westen, of worden veroorzaakt door de toegenomen scheepvaart in de poolgebieden."

Om de luchtvervuiling te meten gebruiken ze een apparaatje dat normaal gesproken op het KNMI-gebouw in De Bilt staat.

Met deze apparatuur meet het KNMI de luchtvervuiling

Eerder onderzoek

Van 1968 tot 1988 was er ook al een Nederlandse expeditie op Edgeøya. Zeevogelbioloog Ko de Korte was er toen ook al bij. Hij verwacht dat er nu veel meer ijsberen zitten, omdat er niet meer op ijsberen wordt gejaagd.

"Sinds 1973 zijn ze beschermd, dus ik denk dat de populatie nu een stuk groter is." Over de zeevogelpopulatie is hij minder zeker. "Dat vind ik eigenlijk veel spannender. Toen gingen de zeevogels pas heel laat broeden, maar omdat het ijs nu wat eerder smelt zou dat wel eens eerder kunnen zijn. Misschien hebben ze een heel andere plek uitgezocht."

En er is meer

Behalve wetenschappers gaan er ook een filmmaker, een dichter en een D66-Kamerlid mee. Van Loonen vindt het belangrijk dat ook deze mensen meegaan omdat zij de ontwikkelingen weer kunnen overbrengen naar het grote publiek. "Ik hoop dat dit een enorme boost geeft aan het poolonderzoek."

Deel artikel: