Je kunt natuurlijk lekker cliché op voetbal of tennis gaan, maar er zijn in Nederland ook mensen die aan boulder doen. En op een alleraardigst niveau nog ook: zes van onze landgenoten reizen naar Oostenrijk om vanaf 13 mei mee te strijden op het EK.
Boulder dus. Misschien heb je daar nog nooit van gehoord, maar het is eigenlijk heel simpel: namelijk een soort klimmen zonder touw. Het enige wat je nodigt hebt zijn klimschoenen en wat magnesium voor je handen. Een kleine introductie:
Hoe gaat het in zijn werk?
Dat kunnen we uitleggen in woorden, maar dit maakt het allemaal nog een stukje duidelijker:
Fanatieke zus
Timo Tak (29) is een van de zes deelnemers die overmorgen naar Innsbrück reist. De Eindhovenaar is nu boulderaar, maar begon als sportklimmer. "Door mijn fanatieke zus ben ik eigenlijk in dat wereldje gerold, ongeveer zestien jaar geleden. Het leek me wel interessant. Nu ben ik al zo'n zeven jaar bezig."
Heel veel verschillen tussen beide sporten zijn er eigenlijk niet. "Boulder is zonder touw, minder hoog en zeer intens door het precisiewerk. Een soort puzzel waarbij concentratie heel belangrijk is. De sport is ook heel laagdrempelig, want je hebt er bijna niets voor nodig. In principe hoef je er zelfs geen cursus voor te doen."
Het is een soort puzzel waarbij concentratie heel belangrijk is.
Zijn we er ook goed in?
Volgens Tak behoort Nederland niet bij de toplanden in het boulder. "Dat zijn Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en Slovenië. Nederland speelt een veel kleinere rol in de sport, maar ook wij hebben enkele toppers. Jorg Verhoeven bijvoorbeeld, die voor Nederland een kans heeft op de Europese titel. Ik zelf hoop op een plek in de halve finales. Daar zou ik absoluut tevreden mee zijn."
Na het EK kunnen de boulderaars zich gelijk opladen voor een nieuw toernooi: zaterdag 23 mei staat namelijk al het NK in Delft op het programma.