Aan de games zal het niet liggen: de Nederlandse gamebedrijven zijn creatief en maken kwaliteit. Toch wordt het wel weer eens tijd dat een Nederlands gamebedrijf internationaal doorbreekt.
"Guerrilla Games heeft een miljoenenomzet met Killzone. Daarna komt even niets en dan komen nog een paar bedrijven die het goed doen", zegt game-investeerder Reinout te Brake. "Maar toch, als je dat vergelijkt met de game-industrie in bijvoorbeeld Finland, met bedrijven als Rovio (Angry Birds), King (Candy Crush) en Supercell... het valt eigenlijk niet te vergelijken."
Misschien komt de volgende multinational wel uit Breda: daar opent vandaag de derde vestiging van Dutch Game Garden z'n deuren. Ongeveer tien nieuwe gamebedrijfjes kunnen terecht in de nieuwe vestiging van de creatieve broedplaats. De plekken zijn populair bij start-ups. Maar er is meer nodig dan een inspirerende omgeving om uit te groeien tot een groot, internationaal gamebedrijf, zeggen game-experts.
"Zakelijk gezien lopen we erg achter", zegt gamedeskundige David Nieborg. "De gamestudio’s zijn erg creatief in het maken van spellen, maar de omzet groeit niet hard genoeg en de winst houdt niet over." Volgens Nieborg is er weinig durfkapitaal om een bedrijf op te starten.
Game-ontwikkelaars en zakelijke mensen, die vormen twee verschillende culturen. Als je ze kunt laten samenwerken, heb je goud in handen.
Te Brake sluit zich hier bij aan. "Game-makers zijn vaak heel creatief. Die beginnen een game te bouwen, maar denken daarna pas na over de markting. Om zichtbaar te zijn in de mobiele stores, moet je echt een marketingbudget hebben."
Het businessmodel moet dus beter, zegt hij. "Nederlandse investeerders kijken wel naar de game-industrie, maar er worden hier geen significante omzetten gedraaid. Het is dus nog te risicovol voor investeerders."
De investeerder is blij met broedplaatsen als Dutch Game Gardens. "Maar er moet daar wel iets ontstaan. Ik hoop dat gamebedrijven die groeien, doorstromen naar nieuwe locaties, om zo de broedplaatsen weer vrij te krijgen." Nieborg vindt dat er naast Dutch Game Garden, dat wordt betaald uit overheidsgeld, ook meer private broedplaatsen moeten komen.
Finland als voorbeeld
Finland zou voor Nederland een voorbeeld kunnen zijn. "Daar hebben beginnende bedrijven meer oog voor de zakelijke kant. De omzet in Finland is ongeveer tien keer zo groot", zegt Nieborg.
JP van Seventer van Dutch Game Garden geeft toe dat het moeilijk is om een start-up zakelijk en creatief op één lijn te krijgen. "Game-ontwikkelaars en zakelijke mensen, die vormen twee verschillende culturen. De kunst is om ze te laten samenwerken, zonder dat ze elkaar in de weg zitten. Als dat lukt, heb je goud in handen."