Hennis: mijn baan is te doen
Minister Hennis van Defensie heeft geen staatssecretaris nodig om haar werk te verlichten. Een woordvoerder laat weten dat haar baan wel te doen is, al heeft ze erg veel taken op haar bordje.
In Nieuwsuur pleitten Kamerleden van CDA, D66 en ChristenUnie gisteren voor een staatssecretaris van Defensie, omdat Hennis overbelast zou zijn. Behalve voor vredesmissies en de F-16's boven Irak is zij ook verantwoordelijk voor het personeel en het materieel.
De Kamerleden wezen erop dat Defensie een grote organisatie is, met bijna 60.000 werknemers en dat er regelmatig incidenten spelen, zoals ziekte bij mensen die met giftige verf hebben gewerkt.
Te zwaar
Tot 2010 was er altijd minstens één staatssecretaris van Defensie, die zich bezig hield met personeel en materieel. In het kabinet-Rutte I is die functie geschrapt, omdat Rutte een kleine kabinetsploeg wilde.
Hans Hillen, Hennis voorganger, was de eerste minister van Defensie zonder staatssecretaris. Hij zei vanmorgen in het Radio 1 Journaal dat dit te zwaar was. "Het was niet te doen om alles bij te benen wat er bij Defensie gebeurt. Bij de Krijgsmacht heb je niet alleen de politiek en het beleid wat elke andere minister ook heeft, maar je hebt ook een hele grote dienst die overal ter wereld voortdurend actief is."
De algemene verwachting is dat er deze kabinetsperiode niet alsnog een staatssecretaris zal worden aangesteld, omdat als een brevet van onvermogen voor minister Hennis gezien kan worden.
"Het lijkt als je om hulp vraagt. alsof je het zelf niet kan. En minister Hennis kan het goed en zij doet het ook goed", zegt Hillen. Volgens hem is het voor regeringspartijen ook moeilijk om toe te geven "dat ze op dat punt een fout hebben gemaakt".