NOS NieuwsAangepast

"De Koerdische eer is ons afgepakt"

Vluchtelingen uit Syrië komen met verschrikkelijke verhalen over hun belevenissen in hun land en hun barre tocht naar Turkije. Op de vlucht voor het geweld van IS probeerden ze het buurland binnen te komen.

Lange tijd mocht dat niet, maar uiteindelijk opende Turkije vandaag de grens. Daar vertellen ze journalisten nu wat hen is overkomen.

Zoals Mehmet Bozan Salih uit het dorpje Bardik. "We wilden de grens over, maar Turkije liet ons niet naar binnen. Twee dagen hebben we bij de grens gestaan, voor ze ons binnenlieten. Mijn pasgeboren kind is nog daar. Ik heb hier melk gekocht. Kijk ik heb het hier in deze zak. Maar ik mag het niet naar m'n kind brengen."

Veestapel

Ook vertellen ze over het geweld waarmee strijders van Islamitische Staat hun dorpen binnenvielen. "Ze vielen met tanks ons dorp aan en bombardeerden de huizen", zegt Bahattin Sefkat. "Zelfs toen we op de vlucht sloegen, konden we het geluid van de tanks nog lang horen. Toen we omkeken zagen we van grote afstand dat ons dorp in brand stond. Onze huizen gingen in vlammen op. Maar een paar van ons zijn ook echt de grens over gekomen, terwijl ongeveer tweeduizend mensen uit ons dorp gevlucht zijn."

Ons huis is verwoest en we hebben geen familiebezittingen meer", zegt Ibrahim Halil. "Onze eer is weer bezoedeld. Onze bezittingen en veestapel zijn weg. Ze hebben zelfs onze vrouwen afgepakt om zich met hen te vermaken."

Hemel

Een andere vluchteling, Ismail Abdurrahman, vertelt: "De mensen van IS hebben voor niemand respect, behalve voor zichzelf. Ze onthoofden Koerden en gaan maar door. In de moskee hebben ze opgeroepen 'Pak de eer en de bezittingen van de Koerden. Wie drie Koerden doodt zal naar de hemel gaan.'

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl