Weer slachting door Boko Haram
De Nigeriaanse terreurgroep Boko Haram heeft honderden mensen gedood bij een aanval op de plaats Gwoza. De moslimterroristen wisten de stad in het noordoosten, met ongeveer 50.000 inwoners, vorige week in te nemen.
Een lokale senator zegt tegen de BBC dat de lichamen van de slachtoffers nog op straat liggen. Bewoners zijn naar omliggende heuvels gevlucht en durven de doden niet te bergen. Hoeveel mensen Boko Haram precies heeft gedood, is niet bekend.
Doorgesneden
Zwaarbewapende strijders overvielen Gwoza op motoren, in trucks en busjes. Ze plunderden woningen en staken die in brand. Volgens ooggetuigen gingen de strijders van deur tot deur en doodden ze mannen, vrouwen en kinderen. Mensen die vluchtten, werden neergeschoten.
Ook sneden de strijders de keel van een imam door. De emir van Gwoza wordt sinds de aanval op zijn paleis vermist.
Minister Abba Moro van Binnenlandse Zaken zegt dat het leger zich voorbereidt op een tegenaanval. Maar echtgenotes van militairen hebben geprotesteerd tegen de legerinzet. Ze zijn bang dat de terreurgroep wraak neemt op families van militairen en over meer vuurkracht beschikt dan het leger zelf.
Grove mensenrechtenschendingen
Volgens Amnesty International maakt het Nigeriaanse leger zich zelf ook schuldig aan grove mensenrechtenschendingen in de strijd tegen Boko Haram.
De mensenrechtenorganisatie zegt dat alleen al dit jaar zo'n 4000 mensen zijn omgekomen in het conflict tussen Boko Haram en Nigeriaanse regeringstroepen. Circa 250.000 mensen zijn op de vlucht.