Enthousiast voor de oorlog?
Door redacteur Dik Verkuil
Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog leidde honderd jaar geleden overal in Europa tot wild enthousiasme. Miljoenen soldaten gingen vrolijk zingend op pad, niets vermoedend van de gruwelen die hen te wachten stonden. Dat is althans het beeld. Hoe konden we zo dwaas zijn , vroeg Geert Mak zich tien jaar geleden af in de tv-serie In Europa . Maar waren de mensen echt zo dwaas?
Uitingen van enthousiasme waren er zeker. Op de Alexanderplatz in Berlijn wachtte op 1 augustus een reusachtige menigte urenlang op nieuws nadat de toestand van oorlogsdreiging was afgekondigd. Toen eindelijk bekend werd dat het leger ging mobiliseren, barstte de menigte in gezang uit.
In Parijs werden die dag vertrekkende troepen toegejuicht door uitzinnige menigtes die de Marseillaise zongen en bloemen in de geweerlopen staken.
Maar de laatste jaren is uit historisch onderzoek gebleken dat dit enthousiasme tamelijk uitzonderlijk was. Het was vooral een verschijnsel van nationalistische jongeren uit de middenklasse in de grote steden.
Hartverscheurend
Zelfs in de hoofdsteden was het niet een en al vrolijkheid. Een Brit zag in Sint-Petersburg de troepen voortsjokken, nors zwijgend, terwijl de vrouwen, die vaak hartverscheurend huilden, probeerden hun echtgenoten, zoons of geliefden bij te benen .
In Parijs ontstond na de eerste vreugde-uitingen een naargeestige sfeer. De hele nacht trokken lange colonnes naar de stations, terwijl alleen het geluid van paardenhoeven, laarzen en knarsende ijzeren wielen te horen was.
Boeren
Vooral op het Franse en Russische platteland waren mensen geschokt. Daar werden vaak nog geen kranten gelezen en had de bevolking geen idee van de internationale crisis. Toen in alle Franse dorpen de klokken luidden vanwege de mobilisatie dachten veel mensen aanvankelijk dat er brand was uitgebroken.
Een dorpsonderwijzer in Zuid-Oost-Frankrijk beschreef wat er gebeurde nadat het mobilisatiebevel op het dorpsplein bekend was gemaakt. Een hele tijd zei niemand iets. Sommigen waren buiten adem, anderen sprakeloos van schrik. Wat heeft dit te betekenen. Wat gaat er met ons gebeuren? , vroegen de vrouwen. Iedereen was in de greep van angst en emotie. De vrouwen klampten zich vast aan de arm van hun man. Toen de kinderen hun moeder zagen huilen, begonnen ze ook te huilen.
Een Engelse reiziger zag in Siberië hoe de bevolking zich afvroeg tegen wie er eigenlijk gevochten moest worden. Eerst dachten de mensen dat Rusland in oorlog moest zijn met China. Vervolgens geloofden ze dat Engeland de vijand was. Pas na vier dagen kregen we te horen hoe het werkelijk zat, en toen wilde niemand het geloven .
Arbeiders
Onder de arbeiders in alle landen heerste somberheid. Een Duitse krant constateerde: er heerst een gespannen sfeer in onze arbeiderswijken. Er is geen lawaai, geen gezang. Men hoort gesnik en ziet mannen met ernstige gezichten.
Intellectuelen
Hoe kan het dan dat generaties lang gedacht is dat Europa opgetogen ten oorlog trok? Voor een deel komt het doordat schrijvers, kunstenaars en andere intellectuelen over het algemeen wél enthousiast was. Ook veel kranten gaven enthousiast steun aan de oorlog.
De Duitse schrijver Thomas Mann begroette de oorlog als een reiniging voor de beschaving, die volgens hem werd bedreigd door luxe en decadentie. De Oostenrijkse filosoof Ludwig Wittgenstein meldde zich als vrijwilliger in de hoop op een zinvolle taak, zonder de onzekerheid en het gevoel van nutteloosheid waaronder hij leed.
De Britse schrijver Charles Montagne zag de oorlog eveneens als een uitweg uit een onzeker bestaan. Het leek hem heerlijk altijd iets duidelijks te doen te hebben, vrij te zijn om jezelf over te geven, aan hele dagen vol onverwoestbare gezondheid, je enthousiast te laten meevoeren op het ritme van het marcheren .
Socialisten
Ook onder politici heerste, althans in het openbaar, enthousiasme. In alle parlementen werden de oorlogsverklaringen met gejuich ontvangen. Zelfs de socialisten, die tot voor kort bijna overal tegen oorlog hadden geprotesteerd, juichten mee. Hun steun vergrootte weer het enthousiasme. Overal leidde het tot gevoelens van algehele nationale verbondenheid.
Verder speelt mee dat de oorlog onder de bevolking behalve in Rusland wel degelijk op algemene instemming kon rekenen. Het gevoel heerste dat het vaderland in het uur van nood verdedigd moest worden tegen een barbaarse vijand.
Offers
Dat daarvoor offers gebracht moesten worden, gold als vanzelfsprekend. De mensen waren helemaal niet zo naïef als later is gedacht.
Typerend is dat de Britten die tot 1916 geen dienstplicht kenden - zich pas massaal voor het leger meldden, nadat de dodenlijsten in het najaar van 1914 al schokkend lang waren geworden. Juist het feit dat het bloedvergieten zo massaal was, was een reden om de beestachtige vijand te helpen te verslaan en het bedreigde vaderland te redden.