Russische tv ultra-eenzijdig
Door correspondent Geert Groot Koerkamp
Voor meer dan 80 procent van de Russen is en blijft de televisie de primaire informatiebron. Dat niet alleen: de meerderheid van de televisiekijkers zegt volgens opiniepeilingen ook alle vertrouwen te hebben in die bron. Dat geldt zelfs voor de hoofdstad Moskou, waar veruit de meeste tegenstanders van president Poetin wonen en de oppositie wellicht meer aanhang heeft dan in de rest van het land.
Maandenlang krijgen de televisiekijkers hier vrijwel iedere dag te horen en te zien dat "de fascistische junta in Kiev" bezig is met een strafexpeditie tegen de bevolking van de oostelijke provincies Donetsk en Loegansk.
Niets herinneren
Hun laatste televisieweek begon met het nieuws dat Oekraïense militairen na het heroveren van de stad Slavjansk op separatistische rebellen de bevolking hadden samengedreven op het centrale plein, om daar voor de ogen van de geschokte moeder een klein kind te kruisigen. De moeder zelf zou vervolgens aan een pantservoertuig zijn gebonden en zo viermaal rond het plein zijn gereden. Er was een ooggetuige die dat allemaal in tranen voor de camera vertelde.
Later bleek dat de ooggetuige niet was wie ze zei dat ze was en dat haar man tot het kamp van de separatisten behoorde. Geïnterviewde bewoners van Slavjansk konden zich niets van het incident herinneren. Maar op televisie is het bericht nooit ingetrokken.
Poetin doelwit
Toen kwam de vliegramp. De sensatiezender LifeNews berichtte als eerste over het neerhalen van een Oekraïens militair transportvliegtuig, een Antonov-26, door pro-Russische separatisten. De opstandelingen meldden dat ze er opnieuw in waren geslaagd een Oekraïens militair transportvliegtuig neer te schieten. Dat gebeurde boven de stad Torez in de Donetsk-republiek, meldde de nieuwslezeres. Dat werd snel gecorrigeerd toen duidelijk was dat het ging om een buitenlands passagiersvliegtuig.
In antwoord op suggesties in buitenlandse media dat de ramp het werk was van de separatisten, citeerden Russische televisiezenders een anonieme bron binnen de Russische luchtvaartautoriteit die zei dat vlucht MH17 was neergehaald met een Oekraïense raket en dat het waarschijnlijke doelwit het toestel van de Russische president Poetin was. De verklaring daarvoor luidde dat beide toestellen zich eerder die dag boven Polen hadden bevonden en veel op elkaar leken. De Oekraïners zouden zich hebben vergist.
Geen enkele wanklank
Sinds donderdag is de ramp met de Boeing-777 nog maar zelden de opening van het nieuws. De aandacht wordt verlegd naar het nieuws van de oplaaiende gevechten in Loegansk, waarbij tientallen burgers zijn omgekomen tijdens artilleriebeschietingen. Die zijn volgens de Russische televisie altijd het werk van het Oekraïense leger.
Aan de andere kant zwijgt de Russische televisie in alle talen over de honderden mensen die de afgelopen maanden op diverse plekken in het oosten van Oekraïne zijn ontvoerd en van wie er velen nog altijd worden vastgehouden door opstandelingen.
Over de plek van de ramp wordt bericht dat het onderzoek er in volle gang is, dat de betrokken diensten van de Donetskrepubliek keurig hun werk doen, niemand de bergingswerkers,onderzoekers of journalisten een strobreed in de weg legt en dat de meeste lichamen inmiddels zijn geborgen. Geen enkele wanklank dus.
Vrijdagavond was een heel praatprogramma gewijd aan het vrijpleiten van de pro-Russische opstandelingen in Donetsk en Loegansk. Alle deelnemers kweten zich met enthousiasme van hun taak de Oekraïense machthebbers in de beklaagdenbank te krijgen. Alternatieve meningen waren niet te horen. Voor echte discussie is op de Russische televisie al heel lang geen plaats meer.