WRR: kloof tussen arm en rijk groeit
De kloof tussen arm en rijk wordt groter in Nederland. Dat staat in de studie 'Hoe ongelijk is Nederland?' (.pdf) van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).
De inkomensongelijkheid is in Nederland relatief laag, als je naar de meest gangbare meetmethode kijkt, zei het CBS maandag nog. Maar als je gedetailleerder naar de cijfers kijkt, blijkt volgens de WRR dat de ongelijkheid in Nederland binnen Europa juist relatief groot is; groter dan in landen als Denemarken en België.
De lonen aan de top zijn gestegen van ruim 30 keer het minimumloon in 1990, naar 52 keer in 2013.
Door belastingmaatregelen worden de grootste verschillen rechtgetrokken, vooral onder 65-plussers. Onder werkenden (15-65 jaar) nam de herverdeling door de overheid de laatste jaren af, maar op den duur zijn de verschillen met belastingmaatregelen niet meer recht te trekken, schrijft de WRR.
Psychische stress
Als minder ongelijkheid gewenst is, moet er volgens de WRR vooral naar de loonverschillen worden gekeken: matiging aan de top en herziening van de economie, zodat lage inkomens en middeninkomens meer kunnen verdienen.
Ook kunnen consumenten bewust gemaakt worden van scheve inkomensverdeling, zodat ze ervoor kunnen kiezen om niet te kopen bij een bedrijf met een scheve inkomensverdeling.
Bij grote ongelijkheid heeft de bovenlaag meer last van stress, psychische gezondheidsproblemen en sociaal wantrouwen, staat in het WRR-rapport. Daarnaast is het bij grote ongelijkheid moeilijker om te klimmen op de sociale ladder. Wie arm is, heeft minder kans op rijkdom. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat ongelijkheid de economische groei vermindert.
Vermogen
Het vermogen is in Nederland ongelijker verdeeld dan het inkomen. De rijkste 10 procent van de bevolking bezit meer dan de helft (61 procent) van het totale vermogen in Nederland. De top 2 procent binnen deze groep heeft zelfs een derde van dat vermogen in handen, terwijl de onderste 60 procent van de Nederlandse bevolking bij elkaar opgeteld ongeveer 1 procent van het totale vermogen bezit.