"Windplannen moeten zorgvuldiger"
Door redacteur Heleen Ekker
De overheid en energiebedrijven moeten veel meer in gesprek gaan met de bevolking over de locaties voor nieuwe windparken. De impact op het landschap van alle plannen met windenergie zal "enorm" zijn en dus moet je daar de burgers bij betrekken, waarschuwt de Rijksadviseur voor Landschap en Water Eric Luiten.
Gisteren publiceerde het kabinet de 11 locaties in Nederland waar grootschalige windparken zullen komen. Daarnaast zullen er ook nog veel kleine windparken in de rest van het land bij komen.
Windpark Hartelkanaal
Dat het van groot belang is om de bevolking meer te betrekken bij windplannen, blijkt wel uit het voorbeeld van de windparken langs het Hartelkanaal. Bij de dorpen Geervliet en Heenvliet staan 2 windparken: met het eerste hadden de bewoners geen moeite - de molens waren relatief klein, staan verder weg en veel mensen zijn voorstander van groene energie - maar met het tweede des te meer. De molens bleken hier veel groter, en veel dichter bij de dorpskernen te komen.
Bovendien bleek de gemeente verzuimd te hebben de bewoners vooraf te informeren. Reden waarom de rechter onlangs de bewoners in hun strijd tegen de molens in het gelijk stelde. Het tweede windpark bij Heenvliet langs het Hartelkanaal staat er nu illegaal, en de gemeente Rotterdam hangt mogelijk een fikse schadeclaim boven het hoofd.
Bewoners zeggen dat als ze mee hadden mogen praten over de precieze locatie, en voor mekaar hadden gekregen dat de molens verder weg waren geplaatst, ze er geen problemen mee hadden gehad.
Meewind
Zelf vindt Rijksadviseur Luiten de windmolens fascinerend. Hij noemt het plaatsen van meer windmolens een "uitdagende verandering", die past bij het landschap van de 21ste eeuw. Maar om het draagvlak te vergroten, moet je burgers al vanaf het eerste moment mee laten praten, vindt Luiten. Ook moeten ze mee kunnen profiteren. "Op die manier creëer je wind mee in plaats van weerstand."