Limburg wil vergoeding mijnschade
De staat moet de mijnbouwschade in Zuid-Limburg vergoeden. Dat bevestigt commissaris van de koning in Limburg Theo Bovens (CDA) na een bericht van EenVandaag.
Bovens vindt dat minister Kamp van Economische Zaken zich ten onrechte beroept op verjaring.
In de jaren zeventig kwam er een einde aan de steenkoolwinning in Zuid-Limburg. Jarenlang werd er mijnwater weggepompt om te voorkomen dat het grondwater zou stijgen. In 1994 gingen de pompen uit. Dat leidde de afgelopen jaren tot bodembewegingen die volgens Bovens schade veroorzaken.
Hoop
De waarde van sommige woningen in Zuid-Limburg is door de schade sterk gedaald, zeggen de bewoners. Een van de gedupeerden is Hub Rikers uit Kerkrade. Hij liet aan omroep L1 zien dat zijn huis inmiddels zo scheef staat, dat zijn rollator zelfstandig naar de andere kant van de kamer rolt.
De Limburgers hebben sinds vorige maand weer hoop op een vergoeding. Toen beloofde minister Kamp de provincie Groningen 1,2 miljard euro voor de gevolgen van de aardgaswinning. De Groningers moeten het geld onder meer besteden aan het verstevigen van gebouwen en infrastructuur.
Onderzoek
In november kondigde Kamp een onderzoek aan naar de omvang van de "mogelijke na-ijlende gevolgen" van de mijnbouw in Zuid-Limburg. Zolang de uitkomsten er niet zijn, hoeven bewoners niet te rekenen op een schadevergoeding: de minister beroept zich op de verjaringstermijn.
"De mijnbouwactiviteiten die de schade zouden kunnen hebben veroorzaakt, zijn meer dan dertig jaar geleden beëindigd", schrijft Kamp.