"Geen oorlog, wel angst in Mali"
De Nederlandse ambassadeur in Mali vertrouwt op een goede afloop van de VN-missie in het land. Er is volgens hem geen sprake van een uitgebreide oorlog, wel van grote angst. Met behulp van de inlichtingen van de Nederlandse militairen kan een "veiligheidsparaplu" worden geboden. Daardoor kan Mali zelf aan herstel werken, zei ambassadeur Maarten Brouwer in het Radio 1 Journaal. Hij is deze week in Nederland voor de ambassadeursdagen van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Mali heeft een roerig jaar achter de rug. Het noorden van het land werd ingenomen door islamitische extremisten. Frankrijk en de VN stuurden een militaire missie om het gebied te bevrijden. Wat merkt u van de extremisten in uw werk?
We hebben zeker gemerkt dat het roerige tijden waren. Onze zorg ging dan ook vooral uit naar de veiligheid van de Nederlanders in Mali en naar de veiligheid van onze eigen medewerkers en familie. Die veiligheid is niet in gevaar geweest. We hebben de Nederlander via telefoon en e-mail goed op de hoogte kunnen houden van de situaties in het land. Inmiddels is de hoofdstad Bamako weer een behoorlijk veilige stad. Aanvankelijk waren daar ook veel militairen om de veiligheid te waarborgen, maar inmiddels zijn eigenlijk alle wegblokkades weg en kunnen we normaal door de stad gaan.
Hoeveel Nederlanders zitten er in Mali?
Het gaat om ongeveer 140 Nederlanders. We hebben geen exact aantal, omdat Nederlanders zich moeten registreren bij de ambassade, maar elke keer blijkt weer dat sommige mensen dat niet doen.
In hoeverre verandert uw werk als er een dreigende situatie ontstaat in uw land en militairen ingrijpen?
Het werk verandert vooral omdat je met andere mensen in aanraking komt dan je gewoonlijk doet. Uniformen zeg maar, militairen. Dat betekent ook dat je met andere ministeries en departementen te maken krijgt, niet alleen met in Mali, maar ook in Den Haag. Er komt een ander soort vragen en daardoor merk je meteen dat het land in de spotlights staat.
En dat verandert nog sterker als Nederlandse militairen een bijdrage leveren...
Zeker, dat betekent veel overleg met de militairen. Zij hebben op dit moment hele operationele taken. Zij zijn de kwartiermakers voor de troepen die nog komen. Ook is er veel overleg met de VN en de lokale autoriteiten. Niet alleen over militaire zaken. Onze zorg is vooral hoe we onze activiteiten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, onze politieke dialoog en wat we op veiligheidsgebied doen goed met elkaar verbinden.
U bent hier voor de jaarlijkse ambassadeursdagen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Kon u eigenlijk wel weg?
Jazeker, ik kon dit jaar wel weg. Er zit een heel goed team in Bamako. Vorig jaar kon ik niet komen, omdat het erg spannend was. Toen ben ik later bij de ambassadeursconferentie aangeschoven.
Heeft u er vertrouwen in dat de Nederlandse militairen een goede bijdrage kunnen leveren?
Ja, ik denk eerlijk gezegd dat het een heel goede missie is. De situatie in Mali is er niet een van oorlogsvoering. Het is er een van vooral angst, en vooral in het noorden. De rol van de VN-stabilisatiemissie Minusma is het bieden van een soort veiligheidsparaplu waardoor Mali zelf aan z'n herstel kan werken. Daar heb ik veel vertrouwen in, omdat de Malinezen met de snelle organisatie van de goede presidents- en parlementsverkiezingen hebben laten zien dat ze op een democratische manier uit de crisis willen komen.
Toch is het een ingewikkelde missie. De extremisten zijn moeilijk om te vinden in het land. Kunnen die worden uitgeschakeld?
Je kunt daar nooit met zekerheid een antwoord op geven. Essentieel is dat de VN-missie over heel goede informatie beschikt over waar een eventuele dreiging is zodat geweldsuitbarstingen kunnen worden voorkomen. En dat is precies de rol die Nederland gaat vervullen in de VN-missie. Dat is een cruciale rol waar ik vertrouwen in heb.
Mali is ook een land waar mensen worden ontvoerd, zoals de Nederlander Sjaak Rijke in 2011. Hij werd ontvoerd in Timboektoe. Zijn er ontwikkelingen in die zaak?
Ik hou me er dagelijks mee bezig, maar ik kan er echt geen mededelingen over doen. In het belang van de persoon zelf en de familie doen wij er het zwijgen toe over welke activiteiten we precies ondernemen.