High diving: met 85 km per uur het water in
Durf jij van de hoge? Dat zeiden we vroeger al tegen elkaar over een 4 meter hoge duikplank. Op het WK Zwemmen in Barcelona gaan ze dit jaar een treetje verder: voor het eerst springen ze van 27 meter hoogte. Begin niet zonder ervaring aan 'high diving': het kan leiden tot flink wat gebroken botten, of de dood.
Maar het levert natuurlijk wel adembenemende plaatjes op, zoals hier in Athene:
"Als het onderdeel bevalt, zullen we high diving vaker tegen komen op het WK", zegt Frans van den Konijnenburg, lid van de technische commissie schoonspringen voor de internationale zwembond. "Maar daarvoor moeten we eerst wel een flinke bak met geld bij elkaar sprokkelen."
Eén Nederlandse waaghals
In Nederland is er, voor zover bekend, één Nederlander die meedeed aan een wedstrijd high diving: ex-schoonspringer Nigel Droog: "Vanaf het moment dat ik het zag, was het mijn droom om het een keer te doen." Die droom kwam dus uit, al ging het een paar dagen voor de grote dag mis: "Ik zou een salto gaan maken, maar klapte heel hard op het water." Voor de zekerheid besloot hij de salto dus maar niet tijdens de wedstrijd te doen.
Hoewel Nigel veel ervaring had met schoonspringen, was voor hem 27 meter toch ook wel even slikken toen hij eenmaal boven stond: "De adrenaline hield me op gang."
Bekijk hier Nigels sprong van een kraan in Rotterdam:
Joey
Een hoogte van 18 meter is tot nu toe het record van schoonspringer Joey van Etten, die op dit moment in de nationale selectie schoonspringen zit. De 27 meter ziet hij zeker zitten, maar kan hij op dit moment niet combineren met zijn schoonspringcarriere. Het is te gevaarlijk: "Als je verkeerd landt, kan er veel schade ontstaan. Je moet dus goed je koppie erbij houden en goed voorbereiden."
Verschil met schoonspringen
Het high diving wordt op dit moment vooral gedaan door ex-schoonspringers. Het grootste verschil met schoonspringen, waarbij je van 10 meter springt, is de manier waarop je in het water komt. Vanaf 27 meter maak je altijd voetlandingen, bij de 10 meter kan je het water ook met je hoofd induiken.
De reden? "Je knieën kunnen toch meer hebben dan je armen", aldus Joey. Nog een verschil is dat op zo'n grote hoogte de wind een grote rol speelt. Ook ga je een stuk sneller naar beneden: "Waar je op de 10-meterplank zo'n 45 km per uur gaat, is dat op 27 hoogte 85 km per uur", zegt Nigel.
Schoonspringers zien het zeker zitten dat het high diving vaste prik wordt op het wereldkampioenschap. Maar Nederland zal dan voorlopig weinig in te brengen hebben: niemand in ons land beoefent de sport op professioneel niveau, laat staan dat er een nationale ploeg is. En ook de duikplatformen in Amersfoort, Amsterdam en Eindhoven zijn voor high diving met 10 meter aan de korte kant.
Toch schat Kees van Hardeveld, technisch directeur van de Koninklijke Nederlandse Zwembond, dat high diving het ook in ons land gaat maken: "Het heeft veel aandacht gekregen in Barcelona en de beelden zijn natuurlijk spectaculair. Maar we zullen de sport dan echt vanaf de bodem moeten opbouwen."