Passtoors biecht ANC-aanslag op
De Nederlands-Belgische anti-apartheidsstrijder Hélène Passtoors geeft toe dat ze betrokken was bij de grootste aanslag in de geschiedenis van het ANC. Zuid-Afrikaanse aanklagers konden destijds niet bewijzen dat ze medeplichtig was, maar in de Belgische krant De Morgen zegt ze dat ze de bomauto heeft gereden.
Bij de Kerkstraat-aanslag van 19 mei 1983 kwamen negentien mensen om het leven, onder wie twee daders. Ongeveer tweehonderd mensen raakten gewond. Doelwit was het hoofdkwartier van de luchtmacht, maar er waren ook veel burgerslachtoffers.
"Ik had de verkenning gedaan en ik heb de auto naar Pretoria gereden. Twee jonge mannen van het ANC hebben het daar van me overgenomen. Ze zijn in de aanslag gebleven", zegt Passtoors (71) in De Morgen.
Nachtmerries
Volgens Passtoors waren er veel burgerslachtoffers doordat de bom te vroeg afging door een technische storing. "Bovendien hadden we de kracht van de explosieven wat onderschat. U moet weten: het was de allereerste autobom van het ANC."
Nog lange tijd werd Passtoors geplaagd door nachtmerries over de aanslag. "De volgende dag heb ik tv-beelden van de aanslag gezien. Dan besef je nog meer dat je meegewerkt hebt aan de oorlog in al zijn afschuwelijkheid. Ik heb er nog jaren nachtmerries van gehad. En twijfels. De vraag of deze aanslag wel gerechtvaardigd was, bleef me al die tijd bezighouden."
Amnestie
Passtoors werd in 1985 samen met haar ex-man Klaas de Jonge opgepakt toen ze wapens smokkelden voor het ANC. Passtoors werd veroordeeld tot tien jaar cel wegens hoogverraad, de Nederlander De Jonge wist te ontkomen. Hij woonde noodgedwongen twee jaar in de Nederlandse ambassade voordat Zuid-Afrika hem liet gaan.
Volgens Passtoors eindigden haar kwellingen niet toen ze na bijna vier jaar vrijkwam. "Pas in 2001 heb ik die hele kwestie kunnen loslaten. In dat jaar heeft de Waarheidscommissie me amnestie verleend. De dag waarop ik de papieren kreeg die mijn amnestie bevestigden, zijn alle nachtmerries verdwenen."