Jongere optimistisch ondanks crisis
Jongeren zijn veel optimistischer over hun financiële toekomst dan ouderen. Van de mensen tussen de 18 en 34 jaar is slechts 17 procent pessimistisch over z'n eigen financiële toekomst, blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Bij mensen tussen de 35 en 54 is 32 procent pessimistisch en bij 55-plussers is dat 42 procent.
Uit ander onderzoek is de afgelopen tijd gebleken dat ouderen het juist relatief goed hebben ten opzichte van jongere generaties. Zo hebben ze vaak een huis waarvan de hypotheek (grotendeels) al is afbetaald. Toch is het volgens de onderzoekers van het SCP begrijpelijk dat ouderen pessimistischer zijn dan jongeren.
"Het gaat nu relatief goed met ouderen, maar dat betekent ook dat ze wat te verliezen hebben; het kan dus slechter," zegt Paul Dekker van het SCP. "En een groot deel van de ouderen heeft de arbeidsmarkt al verlaten, daardoor zijn ze meer overgeleverd aan besluiten van anderen. Ze kunnen niet zomaar weer gaan werken om meer te verdienen."
Flexibiliteit
Ook het optimisme onder jongeren is wel te verklaren volgens Dekker. "De jongere is nog niet gewend aan het hebben van een vaste baan, die heeft lagere verwachtingen. Ook hebben jongeren de flexibiliteit om met een veranderende situatie om te gaan. Een pensioen is voor hen nog heel ver weg, dus daar maken ze zich geen zorgen over. Ze hebben bijvoorbeeld nog jaren om te gaan sparen."
Daarnaast speelt mee dat veel jongeren na een studie voor het eerst gaan werken en er dan in inkomen flink op vooruit gaan.