RvS stelt vragen bij homotest
De Raad van State wil van het Europees Hof van Justitie weten hoe ver de Nederlandse overheid mag gaan om te testen of iemand homoseksueel is. Zo'n test is aan de orde in asielzaken waarbij een vreemdeling beweert dat hij in eigen land gevaar loopt vanwege zijn seksuele geaardheid.
Aanleiding zijn drie zaken waarin staatssecretaris Teeven beweert dat de seksuele geaardheid van een vreemdeling niet geloofwaardig is.
Gaybars
In Nederland en de Scandinavische landen bepalen ambtenaren van de immigratiedienst of iemands vluchtverhaal geloofwaardig is aan de hand van algemene vragen over intieme relaties. De asielzoeker moet bijvoorbeeld vertellen hoe lang de relatie heeft geduurd en waar hij zijn partner heeft ontmoet. Ook wordt de asielzoeker ondervraagd over gaybars en belangenorganisaties in het land van herkomst.
In Tsjechië moeten asielzoekers hun homoseksualiteit bewijzen door naar porno te kijken. Vervolgens wordt hun fysieke reactie gemeten.
In Portugal en het Verenigd Koninkrijk worden vluchtelingen die zeggen dat ze homo zijn in principe op hun woord geloofd, mits ze een consistent verhaal hebben.
Toegestaan
De Raad van State wil precies weten welke methoden door het Europees Hof van Justitie in Luxemburg worden toegestaan. Dat kan naar verwachting een jaar of anderhalf jaar duren. Daarna horen de drie asielzoekers of ze alsnog in Nederland mogen blijven.