G4 wil regie over peuteropvang
De vier grote steden vinden dat ze de regie moeten krijgen over de voorschoolse educatie van kinderen tussen de 2,5 en 4 jaar. Dat staat in een brief van de onderwijswethouders aan minister Asscher van Sociale Zaken en staatssecretaris Dekker van Onderwijs.
De wethouders van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht noemen de situatie in de sector ontwricht, mede door de bezuinigingen op kindercrèches. Ouders melden hun kinderen steeds sneller aan bij een peuterspeelzaal omdat die goedkoper is dan een crèche. Daardoor lopen de wachtlijsten voor peuterspeelzalen snel op, terwijl crèches failliet gaan.
Volgens de G4 is de ontwrichting vooral te wijten aan de wijze van subsidiëring. In tegenstelling tot de kinderopvang zijn peuterspeelzalen fors gesubsidieerd. De wethouders stellen voor om dit systeem los te laten en de gemeenten met het vrijgekomen geld de volledige regie te geven over de peuteropvang.
Voorrang
De steden wijzen erop dat de wachtlijsten bij de peuterspeelzalen kwalijke gevolgen hebben. Zo staan peuters met een taalachterstand relatief vaak op de wachtlijsten.
Nu al hebben gemeenten enige vrijheid om onderwijs, peuterspeelzalen en kinderopvang op elkaar af te stemmen, maar volgens de wethouders niet genoeg. Ze denken aan verschillende maatregelen. Zo wil de Rotterdamse wethouder De Jonge dat peuterspeelzalen kinderen uit Rotterdam voorrang geven boven kinderen van buiten de stad.