Paus met nadruk op soberheid
Benedictus wordt geboren als Joseph Ratzinger in de Duitse plaats Marktl am Inn in Beieren. Hij gaat naar het seminarie, tot hij in de Tweede Wereldoorlog als militair wordt opgeroepen. Na de oorlog vervolgt hij zijn opleiding en in 1951 wordt hij tot priester gewijd. Tot 1977 werkt hij als theoloog op verschillende universiteiten. Hij is hoogleraar dogmatiek en wordt gezien als groot intellectueel. In het begin staat hij als vooruitstrevend bekend en werkt samen met theologen als Edward Schillebeeckx en Hans Küng.
Vanaf de jaren 70 toont hij zich conservatiever. In 1977 wordt hij aartsbisschop van München en Freising en ook kardinaal. In 1981 benoemt paus Johannes Paulus II hem tot hoofd van de Congregatie voor de Geloofsleer. Kardinaal Ratzinger houdt vast aan de conservatieve opvattingen van de kerk ten aanzien van onder meer homoseksualiteit, de rol van vrouwen en contacten met andere religies. In 2002 wordt Ratzinger hoofd van het college van kardinalen.
Na de dood van Johannes Paulus wordt zijn naam veel genoemd en hij wordt ook daadwerkelijk gekozen, wat lang niet altijd het geval is. Als paus legt hij de nadruk op de christelijke eenheid. Hoewel hij niets van zijn conservatisme laat varen, heeft hij aandacht voor zowel conservatieven als progressieven. Ook de dialoog met andere, vooral orthodoxe kerken en met de joden is voor hem van belang.
Seksueel misbruik
Als paus wordt Benedictus in toenemende mate geconfronteerd met het schandaal rond seksueel misbruik van kinderen door priesters. Als hoofd van de Congregatie voor de Geloofsleer was hij al met de kwestie bezig. Over zijn aanpak wordt verschillend gedacht. Hoewel hij het misbruik meerdere malen veroordeelt, wordt hem ook verweten dat hij het belang van de kerk hoger stelt dan het leed van de slachtoffers.
In 2009 ontstaat er veel beroering als de paus de excommunicatie van de Britse bisschop Richard Williamson ongedaan maakt, die de Holocaust ontkent. Later erkent Benedictus in een brief dat het Vaticaan fouten heeft gemaakt in de affaire rond Williamson.
Soberheid
Opmerkelijk is verder dat paus Benedictus XVI oude gebruiken in de liturgie van de kerk herstelt en tegelijkertijd ook vernieuwingen toestaat. De nadruk ligt daarbij op soberheid. De paus zelf valt daarin op, omdat hij oude liturgische gewaden, hoofddeksels en voorwerpen in ere herstelt.
Kardinaal Ratzinger zou tot drie keer toe aan paus Johannes Paulus II gevraagd hebben om met pensioen te mogen gaan. De toenmalige paus wilde dat echter niet toestaan. In 1991 kreeg Ratzinger een hersenbloeding. Daarvan genas hij volledig. Sinds zijn aantreden als paus in 2005 zou hij opnieuw een kleine hersenbloeding hebben gekregen en daarnaast zouden er ook problemen zijn met zijn hart.
Paus Benedictus XVI heeft in een interview met een Duitse journalist al eens gezegd dat hij, geheel tegen de gewoonte in, bereid zou zijn om af te treden als zijn fysieke krachten het pontificaat voor hem te zwaar maken. De laatste paus die vrijwillig zijn ambt neerlegde was paus Celestinus V in 1294.