Economische termen verklaard
Raakt u ook af en toe de weg kwijt in alle economische termen die worden gebruikt rondom de nationalisatie van SNS Reaal? Met deze verklarende woordenlijst wordt alles weer duidelijk.
Achtergesteld deposito
Een depositorekening met een nog hogere rente dan een gewoon deposito. Een achtergesteld deposito valt niet onder het depositogarantiestelsel. Bij een faillissement van de bank zijn de houders van een achtergesteld deposito pas als laatste aan de beurt om te proberen hun geld terug te krijgen.
Achtergestelde leningen
Achtergestelde leningen zijn leningen met een hoger risico, maar waar ook meer rente voor wordt betaald. Bij een faillissement van de bank zouden mensen of instellingen met een achtergestelde lening achteraan de rij van schuldeisers komen te staan.
Bankrun
Houdt in dat zeer veel rekeninghouders bij een bank tegelijkertijd hun spaargeld willen opnemen waardoor de bank in liquiditeitsproblemen komt.
Bewindvoerder
Verricht alle noodzakelijke financiële handelingen voor het onder curatele gestelde bedrijf.
Curatele
De zeggenschap over een onderneming en alle financiële handelingen worden overgenomen door een bewindvoerder of curator.
Curator
Vanaf het moment dat een bedrijf failliet is verklaard verricht de curator alle noodzakelijke financiële handelingen voor het failliete bedrijf, met de bedoeling de schuldeisers zoveel mogelijk schadeloos te stellen.
Depositogarantiestelsel
Biedt bescherming aan spaarrekeninghouders mocht een bank failliet gaan. Het garantiestelsel geldt alleen voor door de Nederlandsche Bank erkende banken. Tot eind 2010 zijn spaartegoeden tot 100.000 gegarandeerd.
Depositorekening
Langlopende spaarregeling met een hoge rente. Tussentijds geld opnemen is meestal niet mogelijk. Een gewone depositorekening valt onder het depositogarantiestelsel.
Faillissement
Een gerechtelijk beslag op het vermogen. De schuldenaar verliest de zeggenschap over het vermogen.
Haircut
Intrekken door De Nederlandsche Bank van de garantie om over kasgeld te kunnen beschikken. De garantie is gebaseerd op onderpand. In geval van DSB werd op 5 oktober de waarde van het onderpand met 40 procent naar beneden bijgesteld waardoor de garantie voor 800 miljoen werd ingetrokken.
Interventiewet
Deze wet maakt het voor de overheid en De Nederlandsche Bank makkelijker om in te grijpen als er problemen zijn bij banken of verzekeraars. De wet is in de zomer van 2012 aangenomen.
Koopsompolis
Levensverzekering waarvan de premie geheel of gedeeltelijk aftrekbaar is voor de inkomstenbelasting. Het bedrag van de lijfrente wordt na een vooraf afgesproken termijn uitbetaald (vaak als aanvulling op of vervanging van pensioen).
Liquiditeit
Geeft aan in welke mate een onderneming binnen een jaar aan haar kortlopende betalingsverplichtingen kan voldoen. Als de binnenkomende geldstroom kleiner is dan de uitgaande geldstroom kan een bank in liquiditeitsproblemen komen.
Nationalisatie
Het overnemen van bedrijven door de Staat. Dit gebeurt soms om bedrijven van een faillissement te redden. Bij banken wordt, door het bedrijf te nationaliseren, het voortbestaan van de bank gegarandeerd. Het tegenovergestelde van nationalisering is privatisering.
Noodregeling
De rechtbank benoemt op verzoek van De Nederlandsche Bank één of meer bewindvoerders die onmiddellijk het bewind overnemen bij een financiële instelling.
Obligatiehouder
Iemand die geld heeft geleend aan een bank, bedrijf of overheid. Obligaties zijn een belangrijk onderdeel van de financiering van banken. Hier investeren geldschieters in een bank door te lenen aan de bank. De obligatiehouder krijgt dat geld dan na een vaste termijn met rente weer terug.
Probleemhypotheek
Te dure hypotheek, waardoor de hypotheekhouder in financiële problemen komt.
Solvabiliteit
Geeft aan of een onderneming in staat is om aan alle (langlopende en kortlopende) financiële verplichtingen (betalingen) te voldoen.
Systeembank of systeemrelevante bank
Een bank waarvan een faillissement de rest van het financiële systeem en de reële economie ernstige schade kan berokkenen. Of een bank een systeembank is of niet wordt door de overheid bepaald. Minister Bos noemt de DSB-Bank geen systeembank.
Woekerpolis
Een koopsompolis waarvan de provisie zo extreem hoog is dat het rendement zeer gering tot zelfs negatief is. DSB verkocht dit soort woekerpolissen.