'Doping acht PDM-renners in 1988'

Acht renners van PDM die aan de Tour de France van 1988 deelnamen, gebruikten doping.

Dat blijkt uit aantekeningen van verzorger Bertus Fok die in handen zijn van de Volkskrant.

Steven Rooks, Gert-jan Theunisse, Adrie van der Poel, Andy Bishop, Marc van Orsouw, Rudy Dhaenens, Jörg Müller en Peter Stevenhaagen werden door Fok van doping voorzien. Daarbij ging het vooral om cortisonen en testosteron. De renners bedienden zich ook van bloeddoping.

Knetemann

De enige die dat jaar zonder doping de Tour de France reed, was veteraan Gerrie Knetemann. Voor hem eindigde de Tour na een valpartij in de zesde rit, waarbij hij zijn sleutelbeen brak.

PDM beleefde een uitstekende Tour. Steven Rooks won de etappe naar Alpe d´Huez, pakte de bergtrui en eindigde als tweede in het klassement. Adrie van der Poel won eveneens een etappe en PDM legde beslag op het ploegenklassement.

Behoudend

Fok was naar eigen zeggen behoudend met dopingverstrekking. "Elke soigneur heeft zijn eigen dingen. Ik minimaliseerde. Dat kon je niet van iedereen zeggen."

In het boekje van Fok werd nauwkeurig bijgehouden wat iedere renner deed. Op de dag van de rit naar Alpe d'Huez ontving Rooks corticosteroïden en onderweg nog eens vier kokers van hetzelfde middel. 's Avonds kreeg hij het middel andriol, dat testosteron bevatte.

Dat er bij PDM in het verleden doping werd gebruikt, was al bekend. Zo legden Rooks en Theunisse een bekentenis af. De details over deze Tour zijn nieuw.