Universiteit moet Iraniërs toelaten

Universiteiten en hbo-scholen mogen Iraanse studenten niet langer weren uit opleidingen waar ze nucleaire kennis kunnen opdoen. Dat heeft de Hoge Raad beslist in een cassatiezaak die de Staat had aangespannen tegen drie Iraniërs.

Volgens de Hoge Raad mogen onderwijsinstellingen niet discrimineren op grond van nationaliteit. Iraanse studenten kunnen in Nederland geen opleiding volgen waarbij nucleaire kennis wordt overgedragen. Dat verbod steunt op een sanctie van de Verenigde Naties tegen Iran.

Met dat kennisembargo wil de VN voorkomen dat Iraniërs wereldwijd kennis over kernenergie verwerven die kan bijdragen aan het nucleaire programma van hun vaderland. Volgens de Hoge Raad kan die resolutie uitgevoerd worden zonder onderscheid te maken tussen Iraniërs en niet-Iraniërs.

Rechten van de Mens

Het verweer van de Nederlandse Staat dat dit niet uitvoerbaar is, vindt de Raad 'niet overtuigend'. De rechter verwees daarbij naar andere landen waar geen onderscheid wordt gemaakt op grond van nationaliteit. Het weren van Iraanse studenten staat volgens de Hoge Raad haaks op het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens.

In Nederland stapten een student, een promovendus en een hoogleraar, allen met de Nederlandse en de Iraanse nationaliteit, naar de rechter om het onderwijsverbod van tafel te krijgen. Ze kregen eerder al gelijk van de rechtbank en het gerechtshof in Den Haag.