Nibud: koopkrachtdaling tot 16%
Het Nibud zegt dat de daling van de koopkracht volgens het regeerakkoord maximaal 16 procent is. Het instituut noemt dat "veel minder rigoureus dan eerder gesuggereerd".
Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) zette, op verzoek van de Tweede Kamer, voor honderd voorbeeldhuishoudens op een rij wat de gevolgen van het beleid zouden zijn voor de koopkracht tussen 2012 en 2017.
Zorgpremie
De koopkrachtverschillen variëren van plus 5 procent tot min 16 procent. Het Nibud ziet dat vooral de inkomensafhankelijke zorgpremie van invloed is op de portemonnee van de hogere inkomens.
Voor midden- en lage inkomens zijn de koopkrachteffecten minder groot. Dit komt doordat het Nibud in de berekening ook de huurtoeslag en het inkomensafhankelijke eigen risico bij de zorgpremie, die mensen nu al betalen, heeft meegenomen.
Werken beloond
Het instituut ziet dat over het algemeen dat het kabinet werken beloont. De meeste tweeverdieners gaan erop vooruit, ongeacht of ze kinderen hebben. Pas bij een jaarinkomen hoger dan 75.000 euro is een koopkrachtdaling te zien. Die wordt veroorzaakt door de zorgpremie.
Wat opvalt, is dat een alleenstaande ouder met een kind en een bijstandsinkomen er honderd euro op achteruit gaat. Het gaat om een koopkrachtdaling van 6,4 procent. Daarnaast gaan mensen die met vervroegd pensioen zijn, er flink op achteruit: bijna 15 tot 16 procent.
Overigens blijkt na doorrekening van de Nibud-cijfers dat het instituut onzorgvuldig is geweest in de rekenvoorbeelden. Sommige bedragen die gebruikt worden, blijken bij navraag onjuist. De uitkomsten kloppen aan het eind wel, zegt het Nibud.