Vos hongerig naar tweede WK-goud
Zes wereldkampioenschappen, zes keer op het podium. Maar slechts één WK-titel. "Dat kán bijna niet, vijf keer tweede worden." Voor eigen publiek wil Marianne Vos eindelijk weer mondiaal goud.
Ze was negentien jaar oud, kwam net kijken. "Het is al effe geleden, maar ik kan het me nog wel herinneren ja", denkt Vos terug aan Salzburg, 23 september 2006. "Ik was eerstejaars elite en outsider voor de titel. Ik weet nog wel hoe mooi het voelde."
"Dat kán bijna niet"
Er volgden vijf jaren met telkens deelname aan de WK en telkens een hoofdrol. Maar toch telkens een renster die haar klopte. "Vijf keer tweede...", verbaast ze zich nog over haar erelijst. "Dat kán bijna niet. Maar het kan blijkbaar wel."
In 2007 was Marta Bastianelli slimmer en kwam Vos zes tellen te laat. Een jaar later werd ze in de laatste meters nog voorbijgestoken door de Britse Nicole Cooke. In 2009 bleef wederom een Italiaanse (Tatiana Guderzo) weg en in 2010 én 2011 was een Italiaanse (Giorgia Bronzini) te sterk in de sprint.
"Weinig aan olympisch goud gedacht"
En dus is de honger naar goud groot, ook al won ze in 2012 al mooie wedstrijden als het WK veldrijden, de olympische wegrace en de wereldbeker. "Ik ben dusdanig hongerig, dat ik deze week nog maar heel weinig aan mijn olympische titel heb gedacht."
Bovendien hoort er bij de olympische titel geen trui. "Je weet hoe groot de eer is om de regenboogtrui aan te trekken. Om hem naast je te zien rijden, doet toch wel zeer."
Bronzini, Cantele, Guderzo
Van haar Italiaanse concurrentes in de voorbije kampioenschappen is alleen Bastianelli er niet bij in Limburg. Zij werd in 2008 betrapt op dopinggebruik. Over de fitheid van titelverdedigster Bronzini bestaan twijfels. "Hopelijk kan ik nog op tijd herstellen van mijn griep", zei de sprintster vrijdag tegen Cyclingnews.
Noemi Cantele is een gevaarlijke outsider en ook Guderzo is weer van de partij. Voor Nederland starten Lucinda Brand, Loes Gunnewijk, Anna van der Breggen, Ellen van Dijk, Annemiek van Vleuten, Adrie Visser en Kirsten Wild.