B&W Vorden niet langs Duitsers
Bij de dodenherdenking in Vorden mochten de Duitse militairen op de begraafplaats niet worden herdacht door de burgemeester, wethouders en gemeenteambtenaren. Dat was besloten door de rechtbank in Zutphen in het kort geding dat een Joodse organisatie had aangespannen.
De rechter zei dat de burgemeester en wethouders niet langs de graven mochten lopen tijdens de officiële herdenking. De herdenking zelf mocht wel doorgaan. Volgens de rechter kan het op een bepaald moment passend zijn om Duitse militairen te herdenken, maar niet op 4 mei.
Na afloop van de dodenherdenking mochten de ongeveer 400 aanwezigen zelf beslissen of ze langs de Duitse graven wilden lopen. Slechts een klein aantal mensen, onder wie de burgemeester, zag daarvan af.
Grievend
De zaak was aangespannen door Federatief Joods Nederland (FJN). FJN-voorzitter Loonstein noemt het grievend en misselijkmakend om ook Duitse militairen die op de begraafplaats liggen te herdenken.
Burgemeester Aalderink van de gemeente Bronckhorst, waar Vorden onder valt, had eerder alle protesten naast zich neergelegd. Hij heeft begrip voor de emoties, maar vindt ook dat de Duitsers 67 jaar na de oorlog goede buren zijn geworden.
Noodbevel
De burgemeester had vanmiddag een noodbevel uitgevaardigd. Daarmee wilde hij ongeregeldheden bij de herdenking voorkomen. In het noodbevel stond dat er een kans was dat groepen de herdenking willen verstoren.
Iedereen die niet in Vorden of het naastgelegen Kranenburg woont en die zich schuldig maakt aan samenscholing of opruiing kon worden geweerd van de omgeving van de begraafplaats. Uiteindelijk is de herdenking probleemloos verlopen.