Afrika biedt ondernemers kansen
Door buitenlandredacteur Esther Bootsma
Europa kan jaloers naar Afrika kijken. Daar hebben ze geen enkele last van recessie en crisis, integendeel. In Afrika wordt de komende jaren een economische groei van 5 tot 6 procent voorspeld. Volgens sommige onderzoeken streeft Afrika zelfs China voorbij. Er dus liggen er grote kansen, ook voor Nederlandse bedrijven.
"Afrikanen zijn net mensen. Soms worden ze gezien als stumperds, maar Afrikanen willen precies dezelfde dingen als wij", zegt Bob van der Bijl, directeur van de Netherlands African Business Council. "Dus niet alleen het nieuwste mobieltje, maar ook Dove-shampoo en Heineken-bier".
Grote Nederlandse bedrijven als Unilever, Philips en Heineken weten het allang. In Afrika valt geld te verdienen, nu Afrikanen steeds meer te besteden krijgen. Zo groeit de omzet van Unilever in Afrika meer dan twee keer zo hard als in de rest van de wereld.
Economische groei
Het IMF voorspelt voor dit jaar een groei van 6 procent. In sommige landen, zoals het olierijke Angola, zelfs meer dan 10 procent. Hoewel grondstoffen als olie, koper en goud nog steeds een hoofdrol spelen, groeien ook de industrie en de dienstenmarkt in Afrika.
Uganda is de grootste groeier, met de komende acht jaar gemiddeld 6,4 procent, volgens de Atlas of Economic Complexity van de Harvard University. In de top-10 staan maar liefst acht Afrikaanse landen, die allemaal sneller groeien dan China, waar de gemiddelde groei afneemt naar 4,6 procent. Nederland staat met 1,9 procent op de 124ste plaats.
Omdat in Afrika ook de bevolking snel groeit, gelden deze spectaculaire cijfers uiteraard niet voor het bni, het inkomen per hoofd van de bevolking. Veel Afrikanen zijn nog steeds arm. Zo zal het gemiddelde jaarinkomen in Uganda in 2020 700 dollar zijn.
Middenklasse
Maar dan nog is er reden voor optimisme, zegt Bob van der Bijl van de NABC. "Want je ziet de armoede in snel tempo afnemen en een middenklasse ontstaan. Bovendien kloppen die data in Afrika vaak niet. Er is een grote informele economie, waardoor Afrikanen nu al veel meer geld te besteden hebben dan we denken."
Van der Bijl ziet grote veranderingen. "Toen ik eind jaren 90 in Zambia woonde, waren er geen winkelcentra. In 2004 waren er wel winkelcentra, maar stonden de parkeerterreinen leeg. Nu staan de parkeerterreinen vol.
Import en export
De econoom adviseert Nederlanders die zakendoen in en met Afrika. Zijn netwerk is flink gegroeid. Had de Netherlands African Business Council vijf jaar geleden nog maar 80 leden, nu zijn er meer dan 350 Nederlandse bedrijven en ondernemers bij aangesloten.
Voor een groot deel gaat het nog om import- en export, zoals Hollandse bloemen en cacao uit Afrika. "Maar ik denk dat je beter daar kunt gaan produceren en verkopen. Je ziet het aantal Afrikaanse consumenten toenemen en er is ook ontzettend veel achterstallig onderhoud aan wegen, havens, enzovoort."
Toch vindt Van der Bijl Nederlandse ondernemingen nog te terughoudend. Uit een onderzoek dat zijn organisatie samen met bureau Berenschot deed, blijkt dat tweederde van de grote Nederlandse bedrijven geen investeringen in Afrika overweegt. "Dat vind ik vreemd voor een handelsland als Nederland."
Imago
Het komt voor een deel door het negatieve imago van Afrika, als continent van honger, oorlog en corrupt wanbestuur. "Er zijn natuurlijk dingen die er niet goed lopen. Het is niet makkelijk om er succesvol te zijn. Daarom zegt een topman van Unilever ook dat je je beste mensen naar Afrika moet sturen en geen uitgerangeerde managers."
Maar je hoeft volgens Van der Bijl geen 'modern-day cowboy' te zijn om iets in Afrika te beginnen. Zeker wanneer je je als bedrijf begeeft op een terrein waar je toch al goed in bent en als je samenwerkt met lokale bedrijven. Een groot voordeel is volgens hem is dat de culturele verschillen veel kleiner zijn dan met bijvoorbeeld Azië. "Afrikanen snappen tenminste onze grappen."