11 doden bij ballonongeluk Nieuw-Zeeland

Bij een ongeluk met een luchtballon in Nieuw-Zeeland zijn elf mensen om het leven gekomen. De ballon stortte neer nadat hij een elektriciteitskabel had geraakt.

Tijdens het ongeluk sloegen er metershoge vlammen uit de ballon en hoorden getuigen de passagiers schreeuwen. Twee van hen sprongen uit de mand om aan het vuur te ontkomen.

Getuigen zeggen dat de ballon verstrikt raakte in de elektriciteitskabels en daarna losschoot. "Ineens vloog de ballon weer zestig meter omhoog, alsof ze vol op het gas hadden gedrukt. Daarna zakte de ballon weer een meter of dertig en stortte neer."

Eruit gesprongen

Omwonenden waren snel ter plekke om de slachtoffers te helpen, maar konden niemand meer redden. "Ik wist dat dat niets zou uitmaken", zegt een getuige. "Ze zaten nog veel te hoog. Ik wist zeker dat ze het niet zouden overleven."

Aan boord waren behalve de ballonvaarder zes stellen, waarvan één het reisje als kerstcadeau had gekregen. Familieleden die de vlucht op de grond volgden, konden alleen maar in afschuw toekijken.

Ervaren

Hoe de ballon de stroomkabels heeft kunnen raken, wordt nog onderzocht. De ballonvaarder stond als ervaren bekend en zou zich doorgaans goed aan veiligheidsvoorschriften hebben houden.

Het ongeluk gebeurde ongeveer 80 kilometer van de hoofdstad Wellington op het Noordereiland. Het is het ergste luchtvaartongeluk in het land sinds in 1979. Toen kwamen 200 mensen om doordat hun vliegtuig neerstortte bij een rondvlucht over de Zuidpool.