Recordjaar voor Amsterdamse musea

Verschillende musea in Amsterdam hebben in 2011 een topjaar gedraaid. Het Anne Frank Huis en fotomuseum Foam haalden recordaantallen bezoekers binnen, het Rijksmuseum en het Van Gogh Museum draaiden veel beter dan vorig jaar. Van de topmusea deed alleen de Hermitage in de hoofdstad het aanzienlijk slechter.

Het Anne Frank Huis trok dit jaar ruim 1,1 miljoen bezoekers. Volgens het museum kwam de toename mede door de ruimere openingstijden van het museum. Zoals gebruikelijk was een meerderheid van de bezoekers (85 procent) uit het buitenland afkomstig.

FOAM ontving met 210.000 bezoekers een recordaantal mensen, 30.000 meer dan vorig jaar. Grote publiekstrekkers waren tentoonstellingen van Anton Corbijn en W. Eugene Smith.

Verbouwing

Het Van Gogh Museum evenaarde net niet het eigen record uit 2006 van 1.675.000 bezoekers. De teller bleef dit jaar steken bij 1.600.300. Dat was wel 10 procent meer dan in 2010.

Volgend jaar zal het museum een verbouwing ondergaan om het gebouw klaar te maken voor een grote jubileumtentoonstelling in 2013, als het museum 40 jaar bestaat. 70 topstukken zullen daarom dit jaar tijdelijk te zien zijn in de Hermitage Amsterdam.

Dat museum zal ongetwijfeld blij zijn met de extra toeloop, want het presteerde dit jaar aanmerkelijk slechter dan voorgaande jaren: met 335.000 bezoekers werd het aantal uit 2010 gehalveerd.

Het museum denkt dat de vorige jaren relatief druk bezocht werden omdat het gebouw sinds 2009 open was. Een woordvoerder denkt dat die getallen zich nu genormaliseerd hebben.

Artis

Artis ontving eveneens meer bezoekers: de dierentuin haalde een recordaantal van 1,2 miljoen dierenliefhebbers binnen.

Ook het Rijksmuseum deed vorig jaar goede zaken: met meer dan een miljoen bezoekers was dat een verbetering van 10 procent ten opzichte van het voorgaande jaar.