Huisartsen, apothekers verdeeld over doorstart epd
Door researchredacteur Hugo van der Parre
Het wordt nog spannend of het elektronisch patiëntendossier (epd) een doorstart krijgt. De Eerste Kamer stemde in april tegen een wetsvoorstel, waardoor het epd niet landelijk wordt ingevoerd.
Tot 1 november kunnen huisartsen en apothekers laten weten of ze mee willen doen aan een vrijwillig systeem om medische informatie uit te wisselen, zoals hun vakorganisaties willen. Uit een peiling van NOS Net blijkt dat een doorstart van het epd nog geen gelopen race is.
NOS Net vroeg de huisartsen en apothekers uit het netwerk of ze voelen voor een light versie van het epd. Daarbij gaat het voorlopig om regionale uitwisseling van medicatiegegevens en het waarneemdossier van huisartsen. De antwoorden leveren een verdeeld beeld op. Ongeveer de helft is gematigd positief, de andere helft negatief, sommige respondenten twijfelen nog.
Kosten
Een belangrijk argument van de tegenstanders is dat onduidelijk is wat zo'n systeem gaat kosten en wie dat gaat betalen. Huisarts Peter Slinkman wil zich niet verbinden aan een systeem "zodat ik later nog even de rekening gepresenteerd krijg". Ook zijn collega Carin Littooij wijst er op dat de financiering op lange termijn niet geregeld is. "En met de huidige bezuinigingen kunnen huisartsen het niet allemaal erbij bekostigen."
Apotheker Garmt Boonstra zegt: "De kosten zijn begroot op 10 miljoen euro, maar er is geen garantie dat dit geen 20 miljoen of nog meer zou kunnen worden". Zijn collega Taco van Witsen spreekt van het afgeven van een "blanco cheque". Ook de twijfelaars onder de respondenten wijzen argwanend op de onduidelijke financiering en zijn bang daar later voor op te draaien.
Schijnveiligheid
Apotheker Geesink is tegen, omdat er niet geregeld is wie er voor zorgt dat de gegevens in het patiëntendossier ook werkelijk kloppen. "Zolang de 'eigen apotheek' van de patiënt niet wordt aangewezen en gehonoreerd als dossierbewaker wordt dit hele project een absolute farce en wordt er een schijnveiligheid gecreëerd."
Ook de beveiliging roept twijfels op. "Grootschalige ict-projecten zijn nooit 100 procent te beveiligen." Ten slotte zeggen verscheidene huisartsen en apothekers dat de voorstellen nog veel onduidelijkheden vertonen en dat doorgaan met het epd - ook al is dat niet verplicht - beschouwd wordt als een schoffering van de Eerste Kamer.
Overigens erkennen de meeste tegenstemmers wel het belang van een goed en veilig epd voor de regionale samenwerking, maar ze blijven afwijzend zolang hun bezwaren niet zijn weggenomen.
Voorstanders
De voorstanders van het epd noemen patiëntveiligheid en betere communicatie tussen zorgverleners als zwaarwegende argumenten. "Je kunt op een professionele wijze de medicatieveiligheid en patiëntveiligheid beter borgen dan nu het geval is, door op deze wijze een 'gezamenlijk' actueler en betrouwbaar medicatie/patiëntdossier te hebben", schrijft apotheker Henk-Jan Buunk. Huisarts Van den Berg: "Te vaak en te lang zijn we nu tijdens de dienst bezig om de precieze voorgeschiedenis en de exacte medicatie te achterhalen".
Het zijn vooral de apothekers die het belang noemen van een goede communicatie-infrastructuur. "Regionale koppeling van automatisering is er al lang en vangt meer dan 95 procent van de problemen weg", schrijft apotheker Duinkerken.
De ervaringen in de eerste lijn zijn goed, het zou nog beter zijn als de koppeling ook tussen de eerste en tweede lijn tot stand komt. Apotheker Payne: "Momenteel krijgen we de poliklinische receptuur per fax soms handgeschreven op vrijdag om 17.00 uur en dan is er geen specialist meer aanwezig om onze eventuele vragen te beantwoorden, laat staan dat ze het patiëntendossier kunnen vinden".
De apothekers- en artsenorganisaties hopen dat op 1 november voldoende leden zich hebben aangemeld. Ze gaan ervan uit dat het goed komt. Zo niet, dan is het epd per 1 januari 2012 definitief overleden.
Reacties: hugo.van.der.parre@nos.nl