Oppositiepartijen niet tevreden met uitleg kabinet
Na een middag debatteren is een deel van de oppositie niet tevreden met de uitleg van het kabinet over de nieuwe steunmaatregelen voor Griekenland. De partijen willen voor morgen 10.00 uur een brief van het kabinet en daarna volgt een debat.
Het debat is morgen vanaf 13.00 uur te volgen op Politiek 24.
In het Tweede Kamerdebat met premier Rutte en minister De Jager van Financiën noemde Rutte zijn wijze van communiceren 'ongelukkig'. Hij bood de Kamer daarvoor zijn excuses aan.
Net als afgelopen vrijdag zei de premier dat hij het over de cijfers tot 2020 in plaats van 2014 had moeten hebben. Rutte sprak tegen dat het kabinet de cijfers bewust mooier wil laten lijken om gedoogpartner PVV te vriend te houden.
Motie
De oppositiepartijen zijn blij met de excuses, maar vinden dat het nog steeds niet duidelijk is hoe het steunpakket precies is opgebouwd. "Een schimmig verhaal", zei PvdA-Kamerlid Plasterk.
Volgens de oppositie heeft premier Rutte een verkeerd beeld gegeven over de bedragen die met de nieuwe steun gemoeid zijn. De SP sprak van een rookgordijn aan cijfers en dreigt met een motie van afkeuring.
D66-woordvoerder Koolmees zei dat zaken bewust te rooskleurig zijn voorgesteld. Ook PvdA-er Plasterk deelt die mening en vindt de excuses van premier Rutte van afgelopen vrijdag niet voldoende.
VVD, CDA, PVV en SGP zijn wel tevreden met de uitleg, maar blokkeren het debat van morgen niet.
PVV
Het kabinet is voor het steunpakket aan Griekenland afhankelijk van de steun van een deel van de oppositie, aangezien gedoogpartner PVV de financiële hulp aan Griekenland weggegooid geld vindt.
In het debat botsten de linkse oppositiepartijen met de PVV. PvdA-Kamerlid Plasterk vindt het onbegrijpelijk dat de PVV het kabinet in stand houdt, terwijl ze tegen de steun aan Griekenland is.
PVV-Kamerlid Van Dijck verweet juist de linkse partijen dat die het eurobeleid van het kabinet ondersteunen.
Verwarring
Na de laatste Europese afspraken van 21 juli over een nieuw steunpakket ontstond verwarring over de bedragen. Volgens premier Rutte ging het om 109 miljard euro, inclusief een bijdrage van 50 miljard euro van de banken en andere financiële instellingen. Andere Europese regeringsleiders spraken echter van 159 miljard euro, waarvan 50 miljard van de banken.