Start laatste klassieke WK schaken vandaag? Wel als het aan Carlsen en Kasparov ligt
Is het schaakduel om de wereldtitel nog wel de belangrijkste partij van het jaar? Niet als je het Garri Kasparov vraagt: volgens de Russische grootmeester en voormalig wereldkampioen stelt het weinig voor. Of het nou de Chinees Ding Liren (32) wordt of Indiër Dommaraju Gukesh (18), het zegt Kasparov helemaal niks.
De nummer één van de wereld, Magnus Carlsen, zit vandaag namelijk niet achter het bord in Singapore waar komende twee weken een reeks schaakpartijen om de wereldtitel plaatsvindt. Het Noorse schaakgenie, dat zich van 2013 tot 2023 wereldkampioen mocht noemen, ziet er geen heil meer in om zijn wereldtitel te verdedigen. Hij speelt liever de snelschaakvarianten, die de laatste jaren flink aan populairiteit winnen.
De ooit zo prestigieuze titel gaat daarom dit jaar naar de mondiale nummer 5 Gukesh of de nummer 23 Ding. Hoe prestigieus is die wereldtitel dan eigenlijk nog?
Schaaklegende Kasparov is duidelijk: "De geschiedenis van wereldkampioenen eindigde met Magnus Carlsen. Je kunt niet doen alsof een partij tussen de nummer vijf of zes - wat is Gukesh? - en de nummer vijftien of zo een partij is om het wereldkampioenschap", zegt hij tegen de Saint Louis Chess Club.
'Geen historische relevantie'
"We hebben zestien wereldkampioenen, van Wilhelm Steinitz (1886, red.) tot Magnus Carlsen (2022)", beweert Kasparov. "Wat nu gespeeld wordt tussen Ding en Gukesh is een FIDE-titel. Een officiële titel, maar zonder historische relevantie. Het is een evenement dat niets te maken heeft met het vaststellen wie de beste schaker op de planeet is."
Want dat is Carlsen nog altijd. Velen probeerden hem van zijn troon te stoten, maar de Noor verloor in al zijn WK-tweekampen slechts twee keer een klassieke partij: in 2014 tegen Viswanathan Anand en in 2016 tegen Sergej Kajakin. Hij was en is simpelweg een klasse beter dan iedere andere schaker ter wereld, maar verdedigt zijn wereldtitel sinds vorig jaar niet meer.
"De conclusie is erg simpel: ik ben niet gemotiveerd om weer zo'n wedstrijd te spelen", verklaarde hij een tijd terug. De Noor speelt nog wel officiële schaakpartijen, maar doet niet meer mee om het wereldkampioenschap.
De strijd om het wereldkampioenschap wordt gestreden volgens de 'klassieke' regels: veertien partijen waarin beide spelers in totaal 150 minuten hebben om na te denken, waarbij ze in de slotfase dertig seconden per zet op hun klok erbij krijgen. Een enkele partij duurt al snel uren, het hele evenement wordt door schakers als slopend ervaren.
Die urenlange partijen krijgen niet langer de voorkeur van Carlsen. Hij speelt ze nog wel eens, maar veel liever speelt hij de kortere partijen van tussen de vijf en twintig minuten.
Blitz en bullet
In die kortere spelvormen doet Carlsen nog wél mee aan wereldkampioenschappen. Hij werd al zeven keer wereldkampioen rapid (15 minuten bedenktijd per persoon) en vijf keer in blitz (3 minuten bedenktijd per persoon). En hij speelt nog wel andere moderne schaakvarianten.
In Singapore speelden Carlsen en de mondiale nummer twee Fabiano Caruana een demonstratiepartij freestyle chess waarbij de stukken in een willekeurige startpositie worden gezet. Daardoor worden de bekende openingstheorieën nutteloos. Het spel, ook wel Fischer Random of Chess960 genoemd, wordt er onvoorspelbaarder en dus aantrekkelijker van.
Het schaken mag, kortom, best wat vlotter als het aan Carlsen ligt.
Kasparov voelt dat ook. "Vandaag de dag, met moderne technologieën, met schaken dat sneller en sneller wordt en onze levens die sneller en sneller worden, is een antiek kwalificatiesysteem voor de klassieke wereldtitel, dat achttien maanden duurt om een uitdager te vinden, niet meer adequaat."
Bloedbad
Wordt de strijd om de wereldtitel tussen Ding en Gukesh de laatste 'klassieke' partij om de wereldtitel? De klassieke eeuwenoude spelvorm zal niet snel verdwijnen, maar toch luistert de internationale schaakfederatie FIDE wel degelijk naar de kritiek van grootmeesters.
Voor het eerst krijgen de schakers na hun veertigste zet niet een extra uur bedenktijd, maar 'slechts' dertig minuten. Bovendien wordt het prijzengeld nu zo verdeeld dat overwinningen gestimuleerd worden en er (hopelijk) minder remises te zien gaan zijn.
En Carlsen? Die gaat er toch wel goed voor zitten. "Het zou een bloedbad kunnen worden", voorspelde de Noor. "Ik hoop dat we een partij krijgen zoals vorig jaar tussen Ding en Ian Nepomniasjtsji, waarbij beide spelers heel risicovol speelden omdat ze voelden dat de ander kwetsbaar was."