Regering Peru roept noodtoestand uit rond Lima om bendes te bestrijden
De regering in Peru roept een zestig dagen durende noodtoestand uit in districten rond de hoofdstad Lima om de stijging van het aantal misdaden te bestrijden, zo heeft premier Gustavo Adrianzén bekendgemaakt. In het land staakten buschauffeurs omdat ze zich zorgen maken over hun veiligheid.
Adrianzén heeft in twaalf districten van Lima en de aangrenzende provincie Callao de noodtoestand uitgeroepen. Daarmee kunnen strijdkrachten op straat worden ingezet en kan de politie worden ondersteund in de strijd tegen criminele bendes waar de hoofdstad onder gebukt gaat.
Golf van afpersingen
Afgelopen zondag werd een buschauffeur gedood, volgens de politie omdat hij weigerde te worden afgeperst. Bij de aanval raakte ook een passagier gewond. Sinds eind vorige maand zijn vier chauffeurs om het leven gekomen, vermoedelijk omdat ze geen 'beschermingsgeld' aan de bendes hadden betaald.
Als reactie op het geweld legden chauffeurs donderdag het werk neer. "We staken vanwege de onveiligheid en het gebrek aan empathie van de regering over deze golf van afpersingen", zei Hector Vargas, het hoofd van een transportvakbond. Duizenden mensen die met het openbaar vervoer wilden reizen strandden bij bushaltes en konden niet naar hun werk.
In Lima gingen stakende chauffeurs de straat op om te protesteren tegen het criminele geweld:
"Afpersing is weliswaar zichtbaarder als gevolg van het recente probleem met de vervoerders, maar tegenwoordig zijn ook kleine bedrijven en ondernemers het slachtoffer van deze misdaad", zei de premier op een persconferentie.
Op dezelfde persconferentie zei minister van Defensie Walter Astudillo dat de regering een wetsvoorstel naar het Congres zal sturen om huurmoorden, ontvoeringen, afpersing en illegaal bezit van vuurwapens te classificeren als 'stedelijk terrorisme', om zo de straffen voor deze misdaden aan te scherpen.